Opn.modus: Diafragmavoork.

stilstaand beeld, bewegende beelden, vertraagd/versneld

U kunt opnemen door het diafragma in te stellen en het scherpstelbereik te veranderen, of door de achtergrond onscherp te maken.

  1. Druk op de stilstaande/bewegende beelden/S&Q-knop om de gewenste opnamefunctie te selecteren.
  2. MENU (Opname) → [Opnamemodus][Opn.modus]/[Opn.modus]/[Opn.modus][Diafragmavoork.].
  3. Selecteer de gewenste instelling door het besturingswiel te draaien.
    • Kleinere F-waarde: Het onderwerp is scherpgesteld, maar voorwerpen voor en achter het onderwerp zijn wazig.
      Grotere F-waarde: Het onderwerp en de voor- en achtergrond zijn allemaal scherpgesteld.
    • Als de diafragmawaarde die u hebt ingesteld niet geschikt is voor een juiste belichting, knippert de sluitertijd op het opnamescherm. Als dit gebeurt, verandert u de diafragmawaarde.
  4. Stel scherp en fotografeer het onderwerp.
    De sluitertijd wordt automatisch aangepast om een juiste belichting te verkrijgen.

Opmerking

  • De helderheid van het beeld op het scherm kan verschillen van die van het beeld dat in werkelijkheid wordt opgenomen.
  • Afhankelijk van de positie van de optische zoom, is het instelbereik van de diafragmawaarde als volgt.
    • W: F1,8 - F9,0
    • T: F4,0 - F11
TP1000832540