"Custom Gridline Generator" gebruiken

U kunt "Custom Gridline Generator" gebruiken om een PNG-bestand aan te maken dat geschikt is voor eigen rasterlijnen.

Download van tevoren "Custom Gridline Generator" vanaf onderstaande URL en installeer het op uw computer.

https://support.d-imaging.sony.co.jp/app/cggenerator/

  • "Custom Gridline Generator" is alleen beschikbaar voor Windows®.
  1. Open "Custom Gridline Generator".
  2. Selecteer op het startscherm de beeldverhouding en -oriëntatie die u wilt gebruiken voor het opnemen en klik daarna op [Create New Gridline].

    Een canvas met een resolutie die geschikt is voor de eigen rasterlijnen wordt gegenereerd op basis van de beeldverhouding en -oriëntatie, waarna het tekenscherm wordt afgebeeld.

    (A) Startknop

    Hiermee kunt u alle bewerkingen weggooien en terugkeren naar het startscherm. De huidige beeldverhouding wordt rechts naast de knop afgebeeld.


    (B) Werkbalk

    Hierop kunt u diverse tools selecteren en gebruiken.

    • (Selecteren): Selecteer een geplaatst voorwerp door er op te klikken op het canvas. Druk op de [Delete]-knop om het geselecteerde voorwerp te verwijderen.
    • (Vormen): Selecteer het type vorm dat u wilt tekent.
    • (Beeld importeren): Importeer beelden en voeg ze in. U kunt het geïmporteerde beeld ook instellen als de achtergrond.
    • (Bijsnijlijn): Plaats het bijsnijgebied.
    • (Ongedaan maken): Maak de laatste handeling ongedaan.


    (C) Bewerkingspaneel

    • Hierop wordt informatie afgebeeld, zoals de coördinaten en de grootte van het geselecteerde voorwerp. U kunt het geselecteerde voorwerp fijnregelen door voor elk veld waarden in te voeren.
    • U kunt de kleur en het soort lijn van de geselecteerde vorm veranderen. Selecteer een kleur uit het kleurenpalet of geef de kleurcode op. De transparantie kan worden ingesteld in stappen van 10% tussen 10% en 100%.
    • Voor gebogen vormen geven de coördinaten de positie van het pad aan zonder de lijndikte. Voor andere vormen geven de coördinaten de positie van de buitenrand aan, inclusief de lijndikte.


    (D) Lagenpaneel

    Dit toont de opbouw van lagen van geplaatste voorwerpen. U kunt de lagen van een voorwerp zichtbaar of onzichtbaar maken, of met de rechtermuisknop op een voorwerp klikken om het te kopiëren/verwijderen.

    • De volgorde van de lagen kan niet worden veranderd.
    • Een nieuw geplaatst voorwerp wordt toegevoegd aan een nieuwe laag bovenop de bestaande lagen.
    • Het bijsnijgebied wordt altijd in de bovenste laag geplaatst.
    • Voorwerpen in lagen die zijn ingesteld als verborgen, worden niet opgenomen in het aan te maken PNG-bestand.


    (E) Canvas

    U kunt diverse tools gebruiken om voorwerpen te rangschikken, verplaatsen, vergroten/verkleinen, verwijderen enz.

    U kunt de volgende sneltoetsen gebruiken:

    • Slepen terwijl u de [Shift]-toets ingedrukt houdt: een horizontale/verticale lijn tekenen
    • Een voorwerp selecteren en op [Ctrl] + [E] drukken: Het voorwerp centreren
    • Een voorwerp selecteren en op [Delete] drukken: Het voorwerp verwijderen
    • Een voorwerp selecteren en op de toetsen omhoog/omlaag/links/rechts drukken: De positie van het voorwerp aanpassen


    (F) Weergaverichting

    Stelt de oriëntatie van de rasterlijnen in verhouding tot de camera in. Dit kan alleen worden ingesteld wanneer u verticale rasterlijnen maakt.

  3. Optioneel selecteert u (Beeld importeren) op de werkbalk om een achtergrondbeeld in te stellen.

    Om een beeld in te stellen als de achtergrond, selecteert u het geïmporteerde beeld en schakelt u op het bewerkingspaneel [Set as a tracking guide] in.

    • Een beeld dat is ingesteld als de achtergrond wordt verplaatst naar de onderste laag en wordt niet uitgevoerd naar het gegenereerde rasterlijnenbestand.
  4. Teken rasterlijnen op het tekenscherm.
  5. Optioneel selecteert u (bijsnijlijn) op de werkbalk en sleept u het naar het canvas om het bijsnijgebied in te stellen.
    • Wanneer u een bijsnijgebied instelt, wordt informatie over het bijsnijgebied geschreven naar de meta-informatie van het PNG-bestand.
    • De buitenrand van het bijsnijgebied wordt aangegeven door de coördinaten.
    • Door op uw camera "In-camera Photo Cropping Upgrade License" te activeren, kunt u tijdens het opnemen zowel het originele beeld als een bijgesneden beeld tegelijkertijd opslaan. Voor meer informatie over "In-camera Photo Cropping Upgrade License", raadpleegt u de volgende "Helpgids".

      https://helpguide.sony.net/di/volumephoto/v1/h_zz/index.html

  6. Klik op [Export] om het uitvoerpaneel te openen en de opslagbestemming en bestandsnaam in te stellen.

    (G) Invoerveld voor de opslagbestemming

    Klik om handmatig een bestemming en bestandsnaam in te voeren.


    (H) Instellingen voor automatische map

    De mapstructuur kan automatisch worden aangemaakt overeenkomstig de voorwaarden voor het importeren in de camera.

    Controleer [Set the camera connected via USB to remote shooting (PC remote) mode, and export the gridline file to the camera] en selecteer het type geheugenkaart dat moet worden gebruikt voor opslag.


    (I) Instellingen voor verbonden camera

    U kunt een PNG-bestand rechtstreeks opslaan op een geheugenkaart die in de verbonden camera is geplaatst.

    Stel op de camera [USB-verbind.modus] in op [PC-afstandsbed.] of [Opn. op afstand], verbind de camera via USB met de computer, en klik daarna op [Connect to camera]. Zo lang de computer is verbonden met de camera is, staat er automatisch een vinkje bij [Set the camera connected via USB to remote shooting (PC remote) mode, and export the gridline file to the camera]. Het vinkje wordt verwijderd wanneer de verbinding wordt verbroken.

    • Als geen geheugenkaart in de camera is geplaatst, zal een fout optreden.
  7. Klik op [OK].

    Een PNG-bestand wordt aangemaakt op de opgegeven opslagbestemming.

"Custom Gridline Generator" koppelen aan uw camera

Door "Custom Gridline Generator" te koppelen aan uw camera, kunt u een PNG-bestand rechtstreeks opslaan op een geheugenkaart die in de verbonden camera is geplaatst.

Sommige cameramodellen ondersteunen deze functie mogelijk niet. Voor meer informatie, gaat u naar de website "Custom Grid Line License".

  1. Stel op de camera [USB-verbind.modus] in op [PC-afstandsbed.] of [Opn. op afstand].
  2. Verbind de camera via USB met de computer.
  3. Klik in het uitvoerpaneel van "Custom Gridline Generator" op [Connect to camera].


Opmerking

  • Het maximumaantal voorwerpen dat op het tekenscherm kan worden geplaatst is 50.
  • Rasterlijnen die in de staande stand zijn aangemaakt, worden afgebeeld als liggende beelden, maar worden correct afgebeeld als rasterlijnen wanneer de camera verticaal wordt gehouden. Als u de rasterlijnen in de staande stand wilt importeren en gebruiken, draait u deze van tevoren om in een andere applicatie.
  • Als u beelden opneemt terwijl de camera is verbonden met een computer, kunnen de beelden worden opgeslagen op de computer in plaats van op de camera.
  • De verbinding met de camera met "Custom Gridline Generator" kan mislukken als de camera is gebruikt door een andere applicatie of software.
  • Als de resolutie van uw computermonitor te laag is, past "Custom Gridline Generator" mogelijk niet op het scherm. Wij adviseren u een monitor te gebruiken die een resolutie van 1920 × 1080 pixels of hoger ondersteunt en de weergavevergroting in te stellen op 100% of minder.
  • Als de bijsnijfunctie op de camera in werking is, kunt u mogelijk geen PNG-bestanden importeren.
  • De bestandsnamen voor rasterlijnen hebben de volgende beperkingen:
    • U kunt alfanumerieke tekens (enkel-bytecode) en de volgende symbolen gebruiken.
      # $ % & ' ( ) + , - . ; = @ [ ] ^ _ ` { } spatie
    • Het eerste teken van de bestandsnaam mag niet een "." (punt) zijn.
    • De extensie moet ".PNG" zijn. Hoofdletters en kleine letters mogen worden gebruikt.
    • Het aantal tekens moet 63 of minder zijn, inclusief de extensie ".PNG".
  • Wanneer u de camera initialiseert, worden ook de geregistreerde eigen rasterlijnen verwijderd.
TP1002070869