Omgevingsgeluidsmodus gebruiken

U kunt genieten van muziek terwijl u op omgevingsgeluiden let.

Gebruik de IER-NW500N/NW500NE wanneer u de Omgevingsgeluidsmodus gebruikt. Gebruik geen hoofdtelefoon die niet compatibel is met de Omgevingsgeluidsmodus.

  1. Selecteer de hoofdtelefoon die compatibel is met de Omgevingsgeluidsmodus.

    Tik op het afspeelscherm op en vervolgens op [Settings]. Selecteer vervolgens [IER-NW500N/NE] in het keuzemenu onder [Headphones].

  2. Schakel de Omgevingsgeluidsmodus in.

    Nadat u de hoofdtelefoon hebt geselecteerd, tikt u op [Ambient Sound Mode]. Het menu voor instelling van Omgevingsgeluidsmodus wordt weergegeven. Tik op de schakelaar Omgevingsgeluidsmodus om de functie in te schakelen.

    verschijnt in het informatiegebied.

  3. Pas de instellingen voor Omgevingsgeluidsmodus desgewenst aan.
    • [Ambient Sound Level]:
      U kunt het bewakingsniveau voor omgevingsgeluid aanpassen.

Omgevingsgeluidsmodus uitschakelen

  1. Tik op de menu-items in de volgende volgorde.

    – [Settings] – [Ambient Sound Mode] ([Headphones]).

  2. Tik op de schakelaar Omgevingsgeluidsmodus om de functie uit te schakelen.

Hint

  • Een sneltoets is beschikbaar voor Omgevingsgeluidsmodus. U kunt op op het scherm [Settings] tikken om de Omgevingsgeluidsmodus in of uit te schakelen.
  • Selecteer [MDR-NW750N/NE] of [Other Headphones] om een hoofdtelefoon te gebruiken die de Omgevingsgeluidsmodus niet ondersteunt.

Opmerking

  • Houd er rekening mee dat er in de volgende situaties een gehuil kan worden geproduceerd. Dek de microfoongedeelten van de hoofdtelefoon niet af. ()

    • U gebruikt een niet-compatibele hoofdtelefoon.
    • U dekt het microfoongedeelte tijdens het gebruik van Omgevingsgeluidsmodus af.
    • U houdt de hoofdtelefoon in uw handen tijdens het gebruik van Omgevingsgeluidsmodus.

  • Afhankelijk van de omgeving of het volume van de omgevingsgeluiden kan de Omgevingsgeluidsmodus tijdelijk worden uitgeschakeld. Dit duidt niet op een storing. Pas de niveau-instelling voor Omgevingsgeluidsmodus ([Ambient Sound Level]) aan. Hierdoor wordt het probleem mogelijk verminderd.
  • Wanneer u de hoofdtelefoon van de Walkman loskoppelt, dient u de Omgevingsgeluidsmodus vooraf uit te schakelen.
  • Als u de omgevingsgeluiden niet goed hoort, kunt u proberen [Ambient Sound Level] te wijzigen. Deze instelling kan het niveau van de omgevingsgeluiden verbeteren.
  • Afhankelijk van de omgeving is mogelijk een schurend geluid hoorbaar. (Met een schurend geluid wordt een geluid bedoeld dat wordt gegenereerd wanneer de hoofdtelefoonkabel langs kleding wrijft of haar langs de hoofdtelefoon wrijft enz.) In dit geval past u [Ambient Sound Level] aan. Het schurende geluid kan afnemen.
  • De Omgevingsgeluidsmodus wordt uitgeschakeld terwijl de volgende functies actief zijn.
    • De USB-DAC-functie
    • De FM-radiofunctie
    • De ruisonderdrukkingsfunctie

De inhoud van deze Helpgids kan zonder kennisgeving worden gewijzigd als gevolg van updates in de specificaties van het product.

Deze Helpgids is vertaald via een automatisch vertaalsysteem.