Opnemen met de aangesloten computer of smartphone via de draadloze verbinding

Gebruik de ontvanger aangesloten op een apparaat met een USB-audio-ingang, zoals een computer of smartphone, en de microfoon bij de hand voor audio-opname.

Opmerking

  • Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van uw apparaat voor handelingen op de computer of smartphone.

  • Alvorens de ontvanger en de microfoon aan te sluiten op de computer of smartphone, moeten de ingebouwde batterijen voldoende worden opgeladen.

  • Voor audio-opname met de ontvanger en de aangesloten computer of smartphone, moet uw apparaat compatibel zijn met USB Audio Class 1.0.

  • Wanneer u de ontvanger op de computer of smartphone aansluit, moet u het poorttype op uw apparaat controleren en een compatibele kabel of een geschikte adapter gebruiken.

  1. Open het deksel op de USB Type-C-poort op de ontvanger en verbind vervolgens de ontvanger en een werkende computer of smartphone met een USB Type-C-kabel (los verkrijgbaar).

    Deksel

    USB Type-C-kabel

    Computer of smartphone

  2. Schakel de ontvanger en de microfoon in.
    • Selecteer "ANALOG" of "DIGITAL" met de schuifschakelaar (ANALOG/OFF/DIGITAL) op de ontvanger.

      Als de ontvanger en de computer of smartphone via de USB-aansluiting verbonden zijn, voert de ontvanger digitale signalen uit, ongeacht de schakelaarkeuze: "ANALOG" of "DIGITAL."

    • Houd de(aan/uit)-knop op de microfoon ongeveer 2 seconden ingedrukt.

    Onmiddellijk nadat de ontvanger en de microfoon zijn ingeschakeld, begint het LINK-lampje op de microfoon langzaam blauw te knipperen. Dit geeft aan dat elk van de apparaten een reeks pogingen doet om het andere apparaat te detecteren, er verbinding mee te maken en het te verifiëren. Als er een verbinding is tussen de apparaten en duidelijke audio-opname mogelijk is, blijven de LINK-lampjes op beide apparaten blauw branden.

    Als er geen verbinding tot stand komt, breng de microfoon en de ontvanger dan dichter bij elkaar voor een nieuwe poging. De apparaten kunnen onder invloed staan van omgevingsfactoren of andere factoren.

  3. Zorg ervoor dat het LINK-lampje op de ontvanger blauw brandt en start vervolgens de opname.

    Alvorens op te nemen, zorg ervoor dat het oppervlak van de microfoon met de(aan/uit)-knop naar de geluidsbron is gericht.

    Pas het volumeniveau van de opname aan door aan de AUDIO LEVEL-draaiknop te draaien terwijl u de indicatielampjes controleert, of pas de afstand tussen de audiobron en de microfoon aan.

    • In het geval dat ruis wordt opgepikt op het normale volumeniveau: Stel het volume van de opname zo in dat geen van de indicatielampjes oranje oplicht.

    • In het geval dat geluiden op een extreem hoog volumeniveau worden opgepikt: Stel het volume van de opname zodanig in dat het bovenste indicatielampje niet rood oplicht.

Opmerking

  • Als u klaar bent met het gebruik van de ontvanger en de microfoon, selecteer dan "OFF" met de schuifschakelaar op de ontvanger en houd de(aan/uit)-knop op de microfoon ongeveer 2 seconden ingedrukt om dit apparaat uit te schakelen.

  • Afhankelijk van de gebruiksomstandigheden kan er ruis worden opgenomen in uw audio-opnames.

  • Als er een radiotoestel in de buurt is, houd dit apparaat dan op voldoende afstand van het toestel.

  • Als u tijdens de audio-opname de filterschakelaar, de keuzeschakelaar richtingsgevoeligheid of de AUDIO LEVEL-draaiknop op de microfoon bedient, kunnen er bedieningsgeluiden in de opname worden opgenomen. Zorg ervoor dat u de opname stopt voordat u de instellingen voor de schakelaar/draaiknop wijzigt.

  • Wanneer er een audio-opname wordt gemaakt met dit apparaat, kan er aan het begin van de opname een bedieningsgeluid (een elektronisch geluid) worden opgenomen. Het wordt aanbevolen om de instellingen voor het bedieningsgeluid op uw computer of smartphone uit te schakelen voordat u audio-opnames maakt. Nadere bijzonderheden vindt u in de handleiding van uw apparaat.