De functie voor gesproken hulp gebruiken (Siri)

Door gebruik te maken van de Siri-functie op een iPhone, kunt u in de microfoon van de headset spreken om de iPhone te bedienen.

  1. Activeer Siri.

    Selecteer [Settings] - [Siri & Search] op een iPhone om [Press Home for Siri] en [Allow Siri When Locked] in te schakelen.

    De bovenstaande handeling is een voorbeeld. Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van de iPhone voor meer informatie.

    Opmerking: raadpleeg de gebruiksaanwijzing of de ondersteuningswebsite van de iPhone voor meer informatie over Siri.

  2. Verbind de headset via Bluetooth met de iPhone.
  3. Wanneer de iPhone verbonden is via Bluetooth en de stand-bystand geactiveerd is of er muziek op wordt afgespeeld, blijft u op de -knop (afspelen/bellen) op de headset drukken tot Siri geactiveerd is.

    Illustratie met de locatie van de oproepknop op het afstandsbedieningsonderdeel aan de linkerkant

  4. Stel Siri een vraag via de microfoon van de headset.

    Illustratie met de locatie van de microfoon (A) op het afstandsbedieningsonderdeel aan de linkerkant

    A: microfoon


    Meer informatie over de apps die met Siri werken, vindt u in de gebruiksaanwijzing van de iPhone.

  5. Om verdere vragen te stellen, drukt u nogmaals op de -knop (afspelen/bellen) voor Siri is gedeactiveerd.

    Als er na het activeren van Siri gedurende een bepaalde tijd geen vragen gesteld worden, wordt Siri gedeactiveerd.

Opmerking

  • Siri kan niet geactiveerd worden door "Hey Siri" te zeggen, zelfs niet wanneer de instelling "Hey Siri" van de iPhone ingeschakeld is.
  • Wanneer u de functie voor gesproken hulp gebruikt, hoort u uw stem door de headset via de microfoon van de headset (Sidetone-functie). In dit geval hoort u mogelijk de omgevingsgeluiden of het geluid van de headsetwerking via de headset. Dat is geen storing.
  • Siri wordt mogelijk niet geactiveerd afhankelijk van de technische gegevens van de smartphone of de versie van de app.
  • Siri werkt niet wanneer er verbinding is met een apparaat dat niet compatibel is met de functie voor gesproken hulp.