Koppelen en verbinden met een iPhone

De handeling waarbij we een apparaat registeren dat u wilt verbinden, wordt "koppelen" genoemd. Om een apparaat voor het eerst met de headset te gebruiken, moet u het eerst koppelen.

Voordat u het koppelen start, moet u ervoor zorgen dat:

  • de iPhone zich op een afstand van maximaal 1 m van de headset bevindt;
  • de headset voldoende opgeladen is;
  • u de gebruiksaanwijzing van de iPhone bij zich hebt.
  1. Activeer de koppelingsmodus op de headset.

    Schakel de headset in wanneer u na aankoop de headset voor het eerst met een apparaat koppelt of na het initialiseren van de headset (de headset heeft geen koppelingsinformatie). De headset schakelt automatisch over naar de koppelingsmodus.

    Wanneer u een tweede of volgend apparaat koppelt (de headset heeft koppelingsinformatie voor andere apparaten), houdt u de -knop ongeveer 7 seconden ingedrukt.

    Controleer of de indicator (blauw) herhaaldelijk twee keer na elkaar knippert. U krijgt het gesproken bericht "Bluetooth pairing" (Bluetooth-koppeling) te horen.

  2. Ontgrendel het scherm van de iPhone als het vergrendeld is.
  3. Selecteer de Bluetooth-instelling op de iPhone.
    1. Selecteer [Settings].
    2. Raak [Bluetooth] aan.

    3. Raak de schakelaar aan om de Bluetooth-functie in te schakelen.

  4. Raak [WI-C200] of [WI-C310] aan.

    Als er een wachtwoord (*) ingevoerd moet worden, vult u "0000" in.

    Het toestel en de iPhone zijn gekoppeld en verbonden met elkaar. U krijgt het gesproken bericht "Bluetooth connected" (Bluetooth verbonden) te horen.

    Als de apparaten niet verbonden zijn, raadpleegt u "Verbinden met een gekoppelde iPhone ".

    Als [WI-C200] of [WI-C310] niet op het scherm verschijnt, probeer dan opnieuw vanaf stap 3.

    *Een wachtwoord wordt ook wel een "pascode", "pincode" of "paswoord" genoemd.

Hint

Opmerking

  • Als de koppeling niet binnen 5 minuten tot stand wordt gebracht, wordt de koppelingsmodus geannuleerd en wordt de headset uitgeschakeld. Begin in dat geval weer vanaf stap 1.
  • Eenmaal Bluetooth-apparaten gekoppeld zijn, moeten ze niet opnieuw gekoppeld worden, behalve in de volgende gevallen:
    • De koppelingsgegevens zijn gewist na een reparatie enz.
    • Wanneer er een 9e apparaat gekoppeld wordt.
      De headset kan met maximaal 8 apparaten gekoppeld worden. Wanneer er een nieuw apparaat gekoppeld wordt als er al 8 apparaten gekoppeld zijn, wordt de registratie-informatie van het gekoppelde apparaat met de oudste verbindingstijd vervangen door de informatie van het nieuwe apparaat.
    • Wanneer de koppelingsinformatie voor de headset gewist werd van het Bluetooth-apparaat.
    • Wanneer de headset wordt geïnitialiseerd.
      Alle koppelingsinformatie wordt gewist. Wis in dat geval de koppelingsinformatie voor de headset van het apparaat en koppel de apparaten opnieuw.
  • De headset kan met meerdere apparaten worden gekoppeld, maar kan slechts van 1 gekoppeld apparaat tegelijk muziek afspelen.