Scherminstellingen

U kunt het gedrag van het scherm, de helderheid, de weergavegrootte en de kwaliteit wijzigen.
  1. Ga naar en tik op [Instellingen] > [Weergave].
  2. Tik op de instelling die u wilt wijzigen.
    Gebruik de schuifregelaars, selectievakjes en extra menu's om de instelling te wijzigen.

Instellingen voor het hoofdscherm

  • Witbalans: Pas de witbalans van het scherm aan met de schuifregelaars. Tik op [Standaardwaarden] om de standaardinstelling te herstellen.

  • Helderheidsniveau: Pas het helderheidsniveau aan met de schuifregelaar. U kunt ook [Helderheid aanpassen] inschakelen om de helderheid automatisch te optimaliseren op basis van het omgevingslicht.

  • Scherm automatisch draaien: Stel in dat het scherm automatisch wordt gedraaid als het apparaat wordt gedraaid, of stel in dat het scherm in de staande stand blijft.

Hint

  • Zelfs als de functie Scherm automatisch draaien is uitgeschakeld, kunt u het scherm handmatig roteren door op de navigatiebalk op (pictogram Draaien) te tikken.