Mobiele draadloze serverWG-C20

Stroom leveren aan andere toestellen

  1. Schakel dit apparaat (WG-C20) in.
  2. Sluit de bijgeleverde USB-kabel* aan op het toestel dat u wilt opladen.

    Maak een verbinding tussen de USB-aansluiting van het andere toestel en de USB A-poort van dit apparaat.

    Het apparaat begint het andere toestel op te laden.

    *Gebruik voor iOS-toestellen de kabel die geleverd werd bij het toestel.

  3. Druk op de (aan/uit)-knop om over te schakelen naar de stroomvoedingsstand.

    Zie Overschakelen naar de stroomvoedingsstand.

    U kunt stroom leveren wanneer de stand voor draadloos LAN of de stroomvoedingsstand geactiveerd is.

  4. Wanneer het opladen van het andere toestel voltooid is, koppelt u de USB-kabel los van dit apparaat en van het andere toestel.

Opmerking

  • Laad dit apparaat vooraf op. Als de resterende batterijcapaciteit niet toereikend is, zal dit apparaat geen stroom kunnen leveren.
  • Zorg ervoor dat de stekker correct georiĆ«nteerd is. Als u te veel kracht uitoefent bij het plaatsen van de stekker in de poort, zal de poort beschadigd raken, met mogelijke storingen als gevolg.

Hint

  • De maximale uitgangsstroom van de USB-poort van dit apparaat bedraagt 1,5 A in de stroomvoedingsstand en 500 mA in de stand voor draadloos LAN. Als er een abnormale stroom gedetecteerd wordt, wordt de stroomvoeding wegens veiligheidsredenen onderbroken.
  • Als uw toestel een krachtige stroomvoeding ondersteunt, kunt u de oplaadtijd verkorten door de stroomvoedingsstand te gebruiken.
  • Vooraleer u stroom levert aan een ander toestel, dient u de voltage- en stroomwaarden van het toestel te controleren.
  • Een correcte werking kan niet gegarandeerd worden als u een USB-hub of een USB-verlengkabel gebruikt.
  • Het is mogelijk dat het apparaat warm wordt tijdens het gebruik. Dit is geen defect.
  • U kunt de functie voor draadloos LAN niet gebruiken terwijl u stroom levert aan een ander toestel.