Geen geluidsweergave/Alleen geluidsweergave uit één luidspreker/Laag volume/Vervormde geluidsweergave/Brommen of ruis in de geluidsweergave van de luidspreker
-
Controleer of zowel de luidspreker als het verbonden apparaat zijn ingeschakeld.
-
Zet het volume van de luidspreker en dat van het verbonden apparaat hoger.
-
Afhankelijk van het verbonden BLUETOOTH-apparaat is het mogelijk dat de volumeregeling op het BLUETOOTH-apparaat het volumeniveau van de luidspreker niet verandert (d.w.z. de(aan/uit) aanduiding gaat niet knipperen).
Wanneer het volume van de luidspreker te laag klinkt, moet u het volumeniveau van het BLUETOOTH-apparaat op een aanvaardbaar niveau instellen en dan het volumeniveau van de luidspreker instellen met –/+ (volume) op de luidspreker.
-
Controleer of het verbonden apparaat aan het afspelen is.
-
Selecteer de BLUETOOTH-, OPTICAL IN-, AUDIO IN- of USB-stand in overeenstemming met het gewenste apparaat voor audioweergave.
-
Zorg ervoor dat de audiokabel goed is aangesloten op de AUDIO IN-aansluiting tijdens weergave in de AUDIO IN-stand.
-
Als de luidspreker in de OPTICAL IN-stand staat en er iets wordt weergegeven, moet u ervoor zorgen dat de optisch digitale kabel goed is aangesloten op de OPTICAL IN (optisch digitale audio-ingang) aansluiting.
-
Als u een computer verbindt met de luidspreker, moet u de uitgangsinstelling voor de audio op de computer instellen voor het BLUETOOTH-apparaat.
-
Controleer of de luidspreker een BLUETOOTH-verbinding tot stand heeft gebracht met het BLUETOOTH-apparaat.
-
Koppel de luidspreker en het BLUETOOTH-apparaat opnieuw aan elkaar.
-
Voor u meerdere luidsprekers met elkaar gaat verbinden via BLUETOOTH-verbindingen voor de Stereo Pair-functie of de Party Connect-functie, moet u de van tevoren geïnstalleerde software van alle betrokken luidsprekers updaten naar de nieuwste versie.
-
Als het apparaat dat is aangesloten op de AUDIO IN-aansluiting mono is, is het mogelijk dat er alleen geluid wordt weergegeven door de linker luidspreker (linker kanaal).
-
Als het verbonden apparaat voorzien is van een equalizerfunctie, moet u deze uitschakelen.
-
Houd de luidspreker uit de buurt van magnetrons, draadloze LAN-apparatuur enz.
-
Breng het BLUETOOTH-apparaat dichter bij de luidspreker. Als er zich een voorwerp tussen de luidspreker en het BLUETOOTH-apparaat bevindt, moet u dat verwijderen.
-
Een apparaat met een ingebouwde radio of tuner kan niet worden verbonden met de luidspreker via een BLUETOOTH-verbinding omdat dit kan leiden tot ruis in de ontvangst.
-
Zet de luidspreker verder van een tv, radio of tuner enz. omdat dit kan leiden tot ruis in de ontvangst.
-
Wanneer u de Stereo Pair-functie of de Party Connect-functie gebruikt, maar er andere BLUETOOTH-apparatuur zoals een BLUETOOTH-muis of BLUETOOTH-toetsenbord aangesloten op het BLUETOOTH-apparaat, moet u de verbindingen daarmee uitschakelen.
-
Er is BLUETOOTH-apparatuur waarmee de BLUETOOTH-verbindingskwaliteit kan worden veranderd. Als uw apparaat geschikt is voor deze functie, moet u "Voorkeur voor stabiele verbinding (SBC)" selecteren voor de BLUETOOTH-verbindingskwaliteit. Raadpleeg voor details de handleiding van het apparaat.
-
Selecteer "Voorkeur voor stabiele verbinding (SBC)" voor de BLUETOOTH-verbindingskwaliteit van de luidspreker.
-
Installeer de nieuwste versie van "Sony | Music Center" op het apparaat waarmee verbinding is gemaakt. Als u de nieuwste versie van "Sony | Music Center" niet kunt gebruiken of als u de luidspreker en het BLUETOOTH-apparaat niet via een BLUETOOTH-verbinding met elkaar kunt verbinden, moet u "Sony | Music Center" van het apparaat verwijderen en vervolgens opnieuw installeren.
-
Afhankelijk van de gebruikte app op het verbonden BLUETOOTH-apparaat is het mogelijk dat u geen geluid hoort. In een dergelijk geval moet u de app afsluiten en vervolgens opnieuw opstarten. Dit kan helpen om het probleem op te lossen.