Koppelen en verbinding maken met een Android-smartphone
Als u het toestel en uw smartphone voor het eerst via Bluetooth wilt verbinden, moet u deze eerst met elkaar koppelen. Wanneer het koppelen voltooid is, kunnen toekomstige Bluetooth-verbindingen met een eenvoudige handeling gemaakt worden.
Als u een smartphone hebt die ondersteuning biedt voor NFC, kunt u eenvoudig een verbinding maken via One-touch. Zie "Verbinding maken met een smartphone via One-touch (NFC)" voor meer informatie.
- Controleer of het toestel ingeschakeld is.
- Controleer of de Bluetooth-functie van het toestel uitgeschakeld is.
Als de Bluetooth-functie ingeschakeld is, houdt u knop aan de rechterkant () van de hoofdtelefoon gedurende ongeveer 2 seconden ingedrukt om deze uit te schakelen.
- Als de Bluetooth-functie uitgeschakeld is, houdt u knop gedurende 7 seconden of langer ingedrukt om de koppelingsstand te activeren op het toestel.
Het ledlampje () aan de rechterkant () van de hoofdtelefoon knippert snel afwisselend blauw en rood.
- Schakel de Bluetooth-functie in via het scherm Instellingen of een ander scherm van uw smartphone.
- Wanneer er in de Bluetooth-instellingen van uw smartphone een scherm voor het selecteren van een apparaat weergegeven wordt, zoekt u naar dit toestel.
Afhankelijk van de gebruikte smartphone is het mogelijk dat het zoeken automatisch gestart wordt.
- Tik op de naam van het toestel ("SSE-BTR1").
Als er om een toegangssleutel wordt gevraagd, voert u "0000" in. Een toegangssleutel kan ook een "toegangscode", "pincode", "pin-nummer" of "wachtwoord" worden genoemd.
Het toestel en de smartphone worden met elkaar gekoppeld en er wordt verbinding gemaakt.
Opmerking
- Wanneer de koppeling tot stand is gebracht, hoeft u de apparaten niet opnieuw te koppelen voor toekomstige verbindingen tussen de apparaten.
- De handelingen op de smartphone die hierboven worden vermeld, zijn voorbeelden. Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van uw smartphone voor meer informatie.