De status van het toestel controleren aan de hand van het voedings-/werkingsledlampje
Het voedings-/werkingsledlampje (
) aan de rechterkant (
) van de hoofdtelefoon geeft de status van de batterij of instellingen aan door andere kleuren en knipperpatronen weer te geven.
Wanneer u het toestel inschakelt
Opstarten
(licht groen op, knippert oranje en blijft vervolgens groen branden)
Het toestel is klaar voor gebruik wanneer het ledlampje groen wordt nadat het oranje heeft geknipperd.
Er is een fout opgetreden
(brandt gedurende 10 seconden rood)
Schakel het toestel uit en weer in.
Wanneer u muziek afspeelt/pauzeert of een trainingsplan start
De batterij is voldoende opgeladen
(licht groen op of knippert groen)
De resterende batterijlading is laag
en 
(knipperen afwisselend groen en oranje)
Geen resterende batterijlading
en (knipperen afwisselend oranje en rood)
Als u een pieptoon hoort, kan het toestel niet bediend worden.
Door een fout wordt er geen muziek afgespeeld
(knippert twee keer rood)
Bij verbinding met een computer
De batterij wordt opgeladen
(licht oranje op)
De batterij is volledig opgeladen
(dooft)
Het toestel wordt geraadpleegd via een USB-verbinding, bijvoorbeeld wanneer er gegevens overgezet worden
(knippert snel oranje)
U probeert de batterij op te laden bij een omgevingstemperatuur buiten het bereik van 5 °C tot 35 °C
(knippert twee keer rood)