Satellietuitzendingen ontvangen (alleen voor modellen met satellietontvangst)
Selecteer in de tekst om rechtstreeks naar het desbetreffende scherm met instellingen te gaan.
Modellen die satellietontvangst ondersteunen hebben [Satelliet Instelling] in [Instellingen] — [Zender installatie] — [Digitaal Set-up].
Als u een schotelantenne hebt, kunt u satellietuitzendingen bekijken nadat u de tunerinstellingen hebt geconfigureerd. Raadpleeg de onderstaande beschrijving om uw type installatie te bepalen en uw schotel in te stellen.
- Druk op de HOME-knop en selecteer vervolgens [Instellingen] — [Zender installatie] — [Digitaal Set-up] — [Satelliet Instelling] — [Digitale satellietafstemming].
Beschikbare opties
- [Antenneconfiguratie]
- Hiermee selecteert u het type satellietinstallatie.
Uw satellietinstallatie kan van het type Single Cable Distribution, Fixed Antenna of DiSEqC zijn.
Single Cable Distribution wil zeggen dat programma's via één coaxkabel kunnen worden doorgestuurd naar meerdere ontvangers. Elke ontvanger of tuner krijgt een eigen 'band' toegewezen.
DiSEqC-installaties maken het mogelijk om meerdere schotelantennes of koppen (LNB's) aan te sluiten als u die hebt. U kunt van schotel of kop veranderen met de afstandsbediening van het tv-toestel.
Fixed Antenna is meestal de eenvoudigste installatie: één schotelantenne met één kop (LNB).
- [Band]
- Hiermee configureert u het aantal banden dat aan het tv-toestel of de tuner wordt toegewezen.
- [Bandfrequentie]
- Hiermee wijzigt u de frequentie van de banden die aan het tv-toestel of de tuner zijn toegewezen.
- [Algemene satelliet]/[Andere (Algemene satelliet)]
- Hiermee zoekt u naar satellietdiensten op basis van een groep algemene instellingen. De weergegeven instelling verschilt per model.
- [DiSEqC Controleren]
- Hiermee configureert u de instellingen voor het aansturen van extra satellietapparatuur, zoals schakelkastjes voor het selecteren van satellieten en koppen.
- [Scantype]
- Full Scan: Hiermee worden alle beschikbare satellietfrequenties gescand.
Network Scan: Hiermee wordt gescand op basis van voorgedefinieerde netwerkparameters. Probeer Full Scan als er na een Network Scan nog steeds diensten (zenders) ontbreken.
Manual Scan: Hiermee stelt u de scanfrequentie en andere transponderparameters in.