Bluetooth-instelling

Wanneer de camera en overeenstemmende apparaten over Wi-Fi-verbindingen beschikken, kan de camera via Bluetooth communiceren met de overeenstemmende apparaten. Het wederzijdse registratieproces dat ervoor zorgt dat de apparaten (de camera en het overeenstemmende apparaat) met elkaar kunnen communiceren via Bluetooth, wordt "koppelen" genoemd. Wanneer de koppeling voltooid is, kunnen deze apparaten automatisch communiceren via Bluetooth wanneer ze met elkaar verbonden zijn.

  1. Druk op de MENU-toets.
  2. Druk op de UP- of DOWN-toets om (Camera-instellingen) - (Bluetooth-instelling) - instelwaarde te selecteren en druk vervolgens op de REC/ENTER-toets.
    • (Bluetooth-communicatie is ingeschakeld. of wordt weergegeven op het scherm.)
    • (Geen Bluetooth-communicatie. Het pictogram Bluetooth verschijnt niet op het scherm.)

Koppelen met de smartphone

Voer de volgende handelingen uit op de camera en een smartphone die verbonden is via Wi-Fi.

Zie "Verbinding maken met uw smartphone" voor meer informatie over het verbinden van de camera met uw smartphone.

  1. Schakel de Bluetooth-instelling van de smartphone in.
  2. Start de toepassing PlayMemories Mobile op de smartphone.
  3. Gebruik de toepassing om de externe voedingsfunctie van de camera in te schakelen.
  4. Gebruik de toepassing om de te verbinden camera te selecteren.
  5. Sta op het toepassingsscherm dat weergegeven wordt het koppelen van de geselecteerde camera toe.
  6. Controleer het weer te geven scherm en het geluid dat de machtiging voor de koppelingsinstelling van de geselecteerde camera aangeeft, en druk vervolgens op de REC/ENTER-toets op de camera.

U hoort een geluid wanneer de koppeling voltooid is.

Hint

  • De standaard-Bluetooth-instelling voor de camera is ON. Wanneer de live weergave op afstand (RM-LVR3) voor het eerst verbonden wordt via Wi-Fi, wordt automatisch via Bluetooth een koppeling met de camera uitgevoerd. Het -pictogram dat weergegeven wordt op het scherm van de camera wijzigt naar .

Opmerking

  • Wanneer Vliegtuigstand ingesteld is op ON, wordt het Bluetooth-pictogram niet weergegeven op het scherm en wordt de Bluetooth-communicatie uitgeschakeld, zelfs als de Bluetooth-instelling ingesteld is op ON.
  • U kunt de camera met maximaal 15 Bluetooth-apparaten koppelen. Als er een 16e apparaat gekoppeld wordt met de camera, wordt de koppelingsinformatie van het eerst geregistreerde apparaat verwijderd.
  • Wanneer de camera communiceert via Bluetooth, is het niet mogelijk om een ander apparaat te koppelen.
  • Wanneer de camera geïnitialiseerd wordt, wordt de koppelingsinformatie ook gereset. Om opnieuw te koppelen, moet de koppelingsinformatie van het verbonden compatibele apparaat ook verwijderd worden.
  • Wanneer de koppeling uitgevoerd wordt terwijl er opgenomen wordt met de camera, krijgt u geen geluid te horen.