Scherpst. vergroten

U kunt de scherpstelling controleren door het beeld te vergroten voordat u opneemt.

Anders dan met [MF Assist] kunt u het beeld vergroten zonder de besturingsring te bedienen.

  1. MENU (Camera- instellingen1) → [Scherpst. vergroten].
  2. Druk op het midden van het besturingswiel om het beeld te vergroten en selecteer het gebied dat u wilt vergroten met de boven-/onder-/linker-/rechterkant van het besturingswiel.
    • Elke keer wanneer u op het midden drukt, verandert de vergrotingsschaal.
    • U kunt de beginvergroting instellen door MENU (Camera- instellingen1) → [Init.vergr.scherpst] te selecteren.
  3. Bevestig de scherpstelling.
    • Druk op de (wis-)knop om de vergrote positie in het midden van een beeld te plaatsen.
    • Wanneer de scherpstellingsfunctie [H. scherpst.] is, kunt u de scherpstelling aanpassen terwijl een beeld vergroot is. De functie [Scherpst. vergroten] wordt geannuleerd wanneer de ontspanknop tot halverwege wordt ingedrukt.
    • U kunt instellen hoe lang het beeld vergroot moet worden weergegeven door MENU (Camera- instellingen1) → [Schrpstelvergrot.tijd] te selecteren.
  4. Druk de ontspanknop helemaal in om het beeld op te nemen.