D.-bereikopt. (DRO)

Door het beeld onder te verdelen in kleine gebieden, analyseert het apparaat het contrast van licht en schaduw tussen het onderwerp en de achtergrond, en creëert een beeld met de optimale helderheid en gradatie.

  1. MENU (Camera- instellingen1) → [DRO/Auto HDR][D.-bereikopt.].
  2. Selecteer de gewenste instelling met de linker-/rechterkant van het besturingswiel.

Menu-onderdelen

Dynamische-bereikopt.: auto:
Corrigeert automatisch de helderheid.
Dynamische-bereikopt.: 1 ― Dynamische-bereikopt.: 5:
Optimaliseert de gradatie van een opgenomen beeld voor elk gebied. Selecteer het optimalisatieniveau tussen Lv1 (zwak) en Lv5 (krachtig).

Opmerking

  • In de volgende situaties ligt [D.-bereikopt.] vast op [Uit]:
    • De opnamefunctie is ingesteld op [Panorama d. beweg.].
    • NR Multi Frame
    • Als [Foto-effect] is ingesteld op iets anders dan [Uit].
    • Als [Beeldprofiel] is ingesteld op iets anders dan [Uit].
  • [DRO/Auto HDR] ligt vast op [Uit] wanneer de volgende functies zijn geselecteerd bij [Scènekeuze].
    • [Zonsondergang]
    • [Nachtscène]
    • [Nachtportret]
    • [Schemeropn. hand]
    • [Antibewegingswaas]
    • [Vuurwerk]
    De instelling ligt vast op [Dynamische-bereikopt.: auto] wanneer andere [Scènekeuze]-functies dan de bovenstaande functies zijn geselecteerd.
  • Wanneer [Opname-instell.] is ingesteld op [120p 100M], [100p 100M], [120p 60M] of [100p 60M], schakelt [DRO/Auto HDR] over naar [Uit].
  • Tijdens opnemen met [D.-bereikopt.] kan ruis voorkomen in het beeld. Selecteer het juiste niveau door het opgenomen beeld te controleren, vooral wanneer u het effect sterker maakt.