Apparaatverbinding

+Nieuw apparaat toevoegen

  • Verbindt/registreert uw apparaat voor het eerst met/bij het toestel.
  • Geeft de naam weer van het apparaat dat verbonden is met het toestel. Als de naam van het verbonden apparaat al bestaat, dan verschijnt er een achtervoegsel zoals "-2", "-3" ... na de naam.
  • U kunt het apparaat omschakelen door de naam aan te raken van het apparaat waarmee u verbinding wilt maken.
  • Wanneer u aanraakt, kunt u de volgende handelingen uitvoeren.
    • Het apparaat verwijderen door [Dit apparaat vergeten] aan te raken.
    • Het apparaat loskoppelen door [Verbinding verbreken] aan te raken.
    • Wanneer u verbinding maakt met een iPhone die compatibel is met Apple CarPlay, kunt u schakelen tussen de BLUETOOTH-verbinding en Apple CarPlay door [Wijzigen naar Bluetooth] of [Wijzigen naar Apple CarPlay] aan te raken.
    • Wanneer u verbinding maakt met een Android-telefoon die compatibel is met Android Auto, kunt u schakelen tussen de BLUETOOTH-verbinding en Android Auto door [Omschak. n. Bluetooth] of [Android Auto starten] aan te raken.

Opmerking

  • Open deze instelling wanneer u uw BLUETOOTH-apparaat koppelt met het toestel.