Gebruiken van de spraakgestuurde assistentiefunctie (Siri)

Met behulp van de Siri-functie die geleverd wordt op de iPhone/iPod touch, kunt u in de microfoon van het systeem spreken om de iPhone/iPod touch te bedienen.

Hieronder laten we zien hoe u Siri kunt gebruiken.

  1. Schakel Siri in.

    Selecteer op uw iPhone/iPod touch [Settings] - [Siri] om Siri in te schakelen.

    De bediening hierboven is slechts een voorbeeld. Raadpleeg voor details de handleiding van de iPhone/iPod touch.

    Raadpleeg voor details over Siri de handleiding of de ondersteuningswebsite van de iPhone/iPod touch.

  2. Verbind het systeem met de iPhone/iPod touch via een BLUETOOTH-verbinding.
  3. Terwijl het systeem is verbonden met de iPhone/iPod touch via een BLUETOOTH-verbinding en de iPhone/iPod touch uit (standby) staat of muziek aan het afspelen is, moet u (weergave/pauze)/ (bellen) ongeveer 3 seconden lang ingedrukt houden.

    Siri wordt ingeschakeld en u zult het opstartsignaal horen.

  4. Geef Siri een opdracht via de microfoon van het systeem.

    Raadpleeg voor details over Siri, zoals welke apps kunnen werken met Siri, de handleiding van de iPhone/iPod touch.

Opmerking

  • Siri kan niet worden ingeschakeld wanneer u "Hey Siri" zegt in de microfoon van het systeem, ook niet wanneer op de iPhone/iPod touch de instelling [Allow "Hey Siri"] is ingeschakeld.