Het koppelen kan niet worden uitgevoerd.

  • U kunt het koppelen niet uitvoeren door gewoon BLUETOOTH/PAIRING op het systeem ingedrukt te houden. U moet eerst de BLUETOOTH-functie in werking stellen en dan BLUETOOTH/PAIRING ingedrukt houden om het koppelen uit te voeren.

  • Plaats het BLUETOOTH-apparaat dichter bij het systeem.

  • Koppelen kan onmogelijk zijn als er andere BLUETOOTH-apparaten aanwezig zijn in de buurt van het systeem. Schakel in dit geval de andere BLUETOOTH-apparaten uit.

  • Zorg ervoor dat het correcte wachtwoord wordt ingevoerd bij het selecteren van de naam van het systeem (dit systeem) op het BLUETOOTH-apparaat.