Scherminstellingen

U kunt het gedrag van het scherm, de helderheid, de weergavegrootte en de kwaliteit wijzigen. U kunt ook de beeldkwaliteit van foto's en video's instellen.
  1. Ga naar en tik op [Instellingen] > [Scherm].
  2. Tik op de instelling die u wilt wijzigen.
    Gebruik de schuifregelaars, selectievakjes en extra menu's om de instelling te wijzigen.

Instellingen voor het hoofdscherm

  • Instellingen van beeldkwaliteit: Hiermee kunt u de kwaliteit van foto's en video's instellen, zoals deze op het apparaat worden weergegeven.

  • Witbalans: Selecteer één van de voorinstellingen. Ook kunt u de schuifregelaars gebruiken om de witbalans aan te passen.

  • Helderheidsniveau: Pas het helderheidsniveau aan met de schuifregelaar. U kunt ook [Aanpasbare helderheid] inschakelen om de helderheid automatisch te optimaliseren op basis van het omgevingslicht.

  • Donker thema: U kunt het scherm met een donkere achtergrond afbeelden.

  • Scherm automatisch draaien: Stel in dat het scherm automatisch wordt gedraaid als het apparaat wordt gedraaid, of stel in dat het scherm in de staande stand blijft.

  • Nachtverlichting: [Nachtverlichting] schakelt de kleur van het scherm om naar oranje. Hierdoor is het scherm beter afleesbaar in een donkere omgeving en kunt u ook makkelijker in slaap vallen.

Opmerking

  • Vermijd het weergeven van zeer felle of statische beelden gedurende een lange tijd. Dit kan ertoe leiden dat een nabeeld of kleur op het scherm blijft staan.

Hint

  • Zelfs als de functie Scherm automatisch draaien is uitgeschakeld, kunt u het scherm handmatig roteren door op de navigatiebalk op (pictogram Draaien) te tikken.