Voorzorgsmaatregelen

Voor uw veiligheid

  • Zorg ervoor dat er geen water of vreemde materies binnendringen in het toestel. Dit kan brand of elektrische schokken veroorzaken. Als er water of vreemde materies binnengedrongen zijn in het toestel, schakelt u het onmiddellijk uit en koppelt u het netsnoer en de verbindingskabels los.
  • Probeer het toestel niet te demonteren of aan te passen. Dit kan storingen, brand of elektrische schokken veroorzaken.
  • Gebruik het toestel niet als er kans is op blikseminslag. Een blikseminslag kan elektrische schokken veroorzaken. Als de kans op blikseminslag groot is, trekt u het netsnoer van het toestel uit het stopcontact om brand, elektrische schokken en storingen te vermijden.

Veiligheid

  • Dit toestel is uitgerust met draadloze functies. Radiogolven kunnen de werking van andere apparaten beïnvloeden. Gebruik dit toestel niet op de volgende plaatsen:

    • Aan boord van een vliegtuig.
    • In de buurt van automatisch bediende apparatuur, zoals automatische deuren of brandalarmen.

    Als u bij andere apparatuur storingen opmerkt terwijl u dit toestel gebruikt, moet u onmiddellijk het gebruik van het toestel staken.

  • Blijf nooit langdurig kijken naar het geprojecteerde scherm. Doet u dit wel, dan kunnen uw ogen vermoeid raken. Als u ongemakken ervaart of pijn voelt, moet u het gebruik van het toestel onmiddellijk staken en even rusten. Als het ongemak of de pijn na het rusten niet over is, moet u een arts raadplegen.
  • Projecteer nooit op een glanzend oppervlak. Het licht kan weerkaatsen in uw ogen, met oogschade als gevolg.
  • Houd het toestel uit de buurt van kinderen. Als een kabel rond de nek van een kind gewikkeld raakt of dergelijke, kan dit een ongeval of letsels veroorzaken.

Gebruik

  • Als u het toestel gedurende een lange periode niet zult gebruiken, koppelt u het los van het stopcontact.
  • Laat het niet vallen, sla er niet tegen, druk er niet op en plaats er geen zware voorwerpen op.
  • Het bedrijfstemperatuurbereik van dit toestel is 5 °C tot 35 °C. Als u het toestel op een extreem koude of warme plaats buiten het bedrijfstemperatuurbereik gebruikt, kan dit storingen veroorzaken.
  • Zet het toestel niet op een plaats die blootgesteld is aan grote hoeveelheden oliehoudende stoom, vocht of stof. Dit kan brand of elektrische schokken veroorzaken.
  • Zet het toestel niet op een plaats die gevaarlijk kan zijn. Het zou kunnen vallen, met letsels als gevolg.
  • Stel het toestel niet bloot aan zware schokken. Als u overmatig veel kracht uitoefent op het toestel (bv. door er een zwaar voorwerp op te zetten, het te laten vallen of erop te staan), kan dit letsels of storingen veroorzaken. Het projectievenster is gemaakt uit getemperd glas, maar als u er hard op drukt of slaat, kan het toch breken, met letsels als gevolg.
  • Zorg ervoor dat u het toestel niet laat vallen als u het verplaatst. Als het toestel valt, kan het barsten of letsels veroorzaken.

Plaatsing

  • Zet het toestel niet op een plaats die blootgesteld is aan overmatige hoeveelheden stof of sigarettenrook. Stof en sigarettenteer blijft kleven aan onderdelen binnenin het toestel (bv. het projectievenster), wat storingen kan veroorzaken.

  • Zet het toestel niet op plaatsen waar de temperatuur extreem hoog of laag is, of met een extreem hoge vochtigheidsgraad. Vooral bij veel zonlicht of tijdens de zomer kan de temperatuur in een auto erg hoog oplopen. Als u in dat geval het toestel in de auto laat liggen, kan het vervormd raken of storingen vertonen.
  • Plaats het toestel niet op een onstabiel oppervlak. Doet u dit wel, dan kan het toestel vallen of omkantelen en zo letsels veroorzaken.
  • Plaats het toestel niet in de buurt van water. Dit kan brand of elektrische schokken veroorzaken.
  • Zet/bewaar het toestel niet op een plaats die blootgesteld is aan direct zonlicht of in de buurt van een verwarmingstoestel. In dat geval kan het toestel binnenin erg warm worden, wat brand kan veroorzaken.

Netspanningsadapter en kabels

  • Zorg ervoor dat het netsnoer niet beschadigd raakt. Dit kan brand of elektrische schokken veroorzaken.
  • Gebruik alleen de meegeleverde netspanningsadapter met het toestel. Als u een andere netspanningsadapter gebruikt met het toestel, kan dit brand, elektrische schokken of storingen veroorzaken.
  • Raak de netstekker niet aan met natte handen. Dit kan elektrische schokken veroorzaken.
  • Voor u de netspanningsadapter en de verbindingskabels aansluit, schakelt u het toestel en de aangesloten apparatuur uit en trekt u de netstekkers uit het stopcontact.
  • Wikkel het netsnoer of de verbindingskabels niet rond de netspanningsadapter. Hierdoor kan het snoer of de kabel namelijk beschadigd raken.
  • Voor u het toestel verplaatst, moet u het netsnoer en de verbindingskabels loskoppelen. Doet u dit niet, dan kunnen de kabels beschadigd raken, met brand of elektrische schokken tot gevolg, of kan de aangesloten apparatuur vallen of omkantelen, met letsels tot gevolg.
  • Steek de stekker recht in de aansluiting. Als u deze in een hoek in de aansluiting steekt, kunnen de aansluitpennen kortsluiting veroorzaken, met brand tot gevolg.

Ventilatorlawaai

  • Er is een ventilator ingebouwd in de projector om oververhitting te voorkomen. Deze maakt wat lawaai als het toestel ingeschakeld wordt. Dit lawaai wijst niet op een storing. Als er echter abnormaal veel lawaai hoorbaar is, moet u contact opnemen met een erkende Sony-verdeler.

Onderhoud van de lichtbron

  • Dit toestel maakt gebruik van een laser. Er zijn dus speciale voorzorgsmaatregelen en faciliteiten nodig om de lichtbrononderdelen te inspecteren en onderhouden. Neem hiervoor zeker contact op met een erkende Sony-verdeler.

De projector

  • Dit toestel is met behulp van hoogwaardige precisietechnologieën vervaardigd, maar toch is het mogelijk dat er permanent zwarte of witte pixels zichtbaar zijn op het projectiescherm. Ook is het mogelijk dat de kleuren of helderheid gestreepte onregelmatigheden vertonen. Dit is het gevolg van de projectorstructuur en wijst niet op een storing. De kleurbalans van elke projector is verschillend. Als er dus meerdere lcd-projectoren gebruikt worden, is het mogelijk dat de kleurenreproductie verschilt, zelfs als het om dezelfde projectormodellen gaat.
  • Afhankelijk van de getoonde inhoud is het onder bepaalde omstandigheden mogelijk dat u primaire kleuren zoals rood, blauw of groen waarneemt wanneer u uw ogen beweegt. Dit wijst niet op een storing. Dit fenomeen wordt veroorzaakt door "kleuropsplitsing", wat kenmerkend is voor het veldopvolgende kleursysteem dat gebruikt wordt in het toestel om beelden weer te geven. U kunt dit fenomeen matigen door het contrast tussen het beeld en de achtergrond te verminderen (bv. door de helderheid van het toestel te verlagen of de helderheid in de kamer te verhogen).

Condensatie

  • Als u de projector snel van een koude naar een warme ruimte brengt of deze op een wintermorgen in een ruimte plaatst waar de verwarming net werd ingeschakeld, kan er condens gevormd worden op het oppervlak van of binnenin de projector. Als er condensvorming optreedt, mag u de projector pas inschakelen als de condens verdwenen is. Als u de projector toch gebruikt terwijl er condens gevormd is, kan dit storingen veroorzaken.

Ventilatieopeningen

  • Zorg ervoor dat de ventilatieopeningen (aanvoer/afvoer) niet afgedekt zijn. Als de ventilatieopeningen afgedekt zijn, zal de warmte in het toestel toenemen, met brand of storingen als gevolg. Neem het volgende in acht om voor een goede ventilatie te zorgen:

    • Plaats het toestel niet dicht bij muren en voorwerpen.

    • Gebruik geen afdekkingen die de ventilatieopeningen kunnen blokkeren.

    • Zet het toestel niet op een zachte doek, papieren documenten, een dik tapijt of papiersnippers. Deze kunnen in het toestel gezogen worden en de aanvoeropeningen blokkeren.

  • Breng je hand of een voorwerp niet in de buurt van de afvoeropeningen. Dit kan namelijk brandwonden of vervorming veroorzaken.

Projectievenster

  • Kijk nooit in het projectievenster. Het licht kan uw ogen beschadigen.
  • Blokkeer nooit het projectievenster. Het licht van de projector zal het blokkerende voorwerp opwarmen, met slijtage, vervorming, brandwonden of vuur als mogelijke gevolgen.

Waarschuwingen betreffende de warmtegeneratie van het toestel

  • Wanneer u het toestel gebruikt of oplaadt, kan het toestel of de netspanningsadapter warm worden. Dit wijst niet op een storing. Als de temperatuur in het toestel te hoog oploopt, is het mogelijk dat het om veiligheidsredenen automatisch uitgeschakeld wordt. Als dit voorvalt, is het aan te raden het toestel te laten afkoelen en daarna in een koelere ruimte te gebruiken.
  • Als het toestel of de netspanningsadapter abnormaal warm wordt, kunnen er storingen optreden. Schakel het toestel in dat geval onmiddellijk uit en trek de stekker van de netspanningsadapter uit het stopcontact. Neem vervolgens contact op met een erkende Sony-verdeler.
  • Raak het ingeschakelde toestel of de netspanningsadapter nooit langdurig aan. Langdurig contact met de huid kan brandwonden veroorzaken. Zelfs als u het toestel of de netspanningsadapter langdurig doorheen een laag kledij aanraakt, kan dit brandwonden veroorzaken.
  • Gebruik het toestel of de netspanningsadapter nooit als deze bedekt zijn met een doek of iets dergelijks. Doet u dit wel, dan zal de warmte toenemen, met storingen of brand als gevolg.

Opladen

  • Laad het toestel op bij een omgevingstemperatuur tussen 5 °C en 35 °C. Buiten dit temperatuurbereik is het mogelijk dat het toestel niet voldoende opgeladen wordt.
  • Wanneer u het toestel gebruikt of oplaadt, kan de temperatuur ervan toenemen. Dit wijst niet op een storing.
  • Als u het toestel langdurig niet gebruikt, moet u het minstens elke zes maanden opladen om te voorkomen dat de batterij gaat verslijten.
  • Wanneer u het toestel langdurig niet gebruikt hebt, duurt het mogelijk langer om het op te laden.
  • Wanneer de gebruiksduur van de batterij de helft korter geworden is dan de oorspronkelijk duur, is het mogelijk dat de batterij het einde van zijn levensduur bereikt heeft. Neem contact op met een erkende Sony-verdeler om de oplaadbare batterij te vervangen.

Onderbreken van de netstroom

Wanneer u het toestel uitschakelt door op de aan/uit-knop te drukken, wordt de stroomtoevoer naar het toestel niet volledig onderbroken.

Om de toevoer naar het toestel volledig te onderbreken, moet u de stekker uit het stopcontact trekken. Leg de netspanningsadapter in de buurt van het stopcontact zodat u deze in geval van problemen snel kunt loskoppelen.

Opmerkingen over draadloos LAN

Sony kan niet aansprakelijk worden gesteld voor eventuele verliezen of schade die het gevolg zijn van het verlies of de diefstal van het toestel, met als gevolg ongemachtigde toegang tot of misbruik van de apparatuur die verwerkt is in het toestel.

Opmerkingen over draadloos LAN-beveiliging

  • Zorg er steeds voor dat u een draadloos LAN gebruikt dat beveiligd is tegen hacken, toegang door kwaadwillige derden en andere kwetsbaarheden. Het is zeer belangrijk dat u een draadloos LAN goed beveiligt.
  • Sony kan niet aansprakelijk worden gesteld voor eventuele verliezen of schade die veroorzaakt werden door beveiligingsproblemen die het gevolg zijn van onvoldoende veiligheidsmaatregelen of van omstandigheden die wegens de specificaties van het draadloze LAN niet vermeden kunnen worden.

Als u vragen hebt of problemen ervaart, neemt u de Referentiegids, de Beknopte gids en de Helpgids nogmaals grondig door. Als u de nodige antwoorden niet kunt vinden, neemt u contact op met een erkende Sony-verdeler.