De camera bedienen vanaf een computer (PC-afstandsbedien.f.)

Met een USB-verbinding enzovoort kunt u de camera bedienen vanaf een computer, inclusief functies zoals het opnemen en opslaan op de computer van beelden.

Selecteert van tevoren MENU → (Netwerk) → [Bedien. via smartph.][Bedien. via smartph.][Uit].

  1. MENU (Netwerk) → [PC-afstandsbedien.f.] → selecteer een onderdeel dat u wilt instellen, en selecteer daarna de gewenste instelling.
  2. Sluit de camera aan op de computer met behulp van de micro-USB-kabel (bijgeleverd) en open daarna Imaging Edge (Remote) op de computer.
    U kunt de camera nu bedienen met behulp van Imaging Edge (Remote).

Menu-onderdelen

PC-afstandsbedien.:
Stelt in of de functie [PC-afstandsbedien.] moet worden gebruikt of niet. ([Aan] / [Uit])
Opsl.bestem. stil. bld:
Stelt in of stilstaande beelden zowel in de camera als op de computer moeten worden opgeslagen of niet tijdens het opnemen met PC-afstandsbediening. ([Enkel PC]/[PC+camera]/[Alleen camera])
RAW+J bld opsl. PC:
Selecteert het bestandstype van de beelden die moeten worden overgebracht naar de computer wanneer [Opsl.bestem. stil. bld] is ingesteld op [PC+camera]. ([RAW en JPEG]/[Enkel JPEG]/[Enkel RAW])

Opmerking

  • Wanneer een niet-opneembare geheugenkaart in de camera is geplaatst, kunt u geen stilstaande beelden opnemen, zelfs niet als [Opsl.bestem. stil. bld] is ingesteld op [Alleen camera] of [PC+camera].
  • Wanneer [Alleen camera] of [PC+camera] is geselecteerd en geen geheugenkaart in de camera is geplaatst, zal de sluiter niet worden ontspannen, zelfs niet wanneer [Opn. zonder geh.krt.] is ingesteld op [Inschakelen].
  • Terwijl een stilstaand beeld wordt weergegeven op de camera, kunt u niet opnemen met [PC-afstandsbedien.].
  • [RAW+J bld opsl. PC] kan alleen worden geselecteerd wanneer [Bestandsindeling] is ingesteld op [RAW en JPEG].