Achtergr.onscherpte

U kunt het niveau van de onscherpte van de achtergrond veranderen door gewoon op een knop te drukken tijdens het opnemen van stilstaande beelden of bewegende beelden.

  1. MENU (Camera- instellingen2) → [Eigen toets] of [Eigen toets] → gewenste knop. Wijs daarna de functie [Achtergr.onscherpte] toe aan de knop.
  2. Druk herhaaldelijk op de knop waaraan de functie [Achtergr.onscherpte] is toegewezen.

    Wanneer u op de knop drukt, wordt de functie [Achtergr.onscherpte] geactiveerd en wordt de achtergrond onscherp. Daarna wordt het niveau van de onscherpte van de achtergrond geschakeld tussen [Onscherp] en [Helder] bij elke druk op de knop.

    • De camera keert terug naar de gewone modus en het diafragma keert terug naar de vorige waarde wanneer u op de MODE (functie)-knop drukt.

Hint

  • In de standaardinstellingen is [Achtergr.onscherpte] toegewezen aan de C1-knop.
  • De diafragmawaarde wordt vergrendeld en het pictogram (Onscherp) of (Helder) wordt in plaats van de diafragmawaarde weergegeven in de functie [Achtergr.onscherpte]. De diafragmawaarde is volledig geopend vergrendeld wanneer (Onscherp) wordt weergegeven. De diafragmawaarde wordt vergrendeld op F5,6 wanneer (Helder) wordt weergegeven.

Opmerking

  • [Achtergr.onscherpte] is niet beschikbaar in de volgende opnamefuncties:
    • [Panorama d. beweg.]
    • [Scènekeuze]
  • De functie [Achtergr.onscherpte] wordt geannuleerd, de camera keert terug naar de gewone modus en het diafragma keert terug naar de vorige waarde wanneer u de volgende handelingen uitvoert:
    • Uit- en daarna weer inschakelen van het apparaat.
    • Drukken op de MODE-knop
    • Drukken op de MENU-knop
    • Veranderen van de diafragmawaarde met behulp van het besturingswiel terwijl de opnamefunctie is ingesteld op [Diafragmavoorkeuze] of [Handm. belichting]
    • Programmaverschuiving
    • Handmatige verschuiving
    • Belichtingscompensatie
  • Zelfs als u op de knop drukt, kunt u het niveau van de onscherpte niet veranderen tijdens het gebruik van [Stel scherpstelling in] of [Scherpst. vergroten] in de functie [Achtergr.onscherpte].
  • Afhankelijk van de opnamefunctie en de opnameomstandigheden is het mogelijk dat de camera niet in staat is de optimale belichting te verkrijgen als gevolg van het vergrendelen van de diafragmawaarde in de functie [Achtergr.onscherpte].