Zoomfunctie op ring

Stelt de zoomfuncties in bij gebruik van de besturingsring voor het instellen van de zoomvergroting. De instellingen voor [Zoomfunctie op ring] zijn alleen geldig bij automatische scherpstelling.

  1. MENU (Camera- instellingen2) → [Zoomfunctie op ring] → gewenste instelling.

Menu-onderdelen

Standaard:
Zoomt traploos in/uit wanneer u de zoom bedient door de besturingsring te draaien.
Vlug:
Zoomt in/uit naar een kijkhoek die overeenkomt met hoe ver de besturingsring is gedraaid.
Stap:
Zoomt in/uit met bepaalde hoekstappen wanneer u de zoom bedient door de besturingsring te draaien.

Opmerking

  • In de volgende situaties werkt de zoomfunctie alsof [Zoomfunctie op ring] is ingesteld op [Standaard], ondanks dat hij is ingesteld op [Stap].
    • Bij gebruik van de W/T-(zoom)knop om de zoomvergroting te veranderen.
    • Bij het opnemen van bewegende beelden.
    • Bij gebruik van een andere zoomfunctie dan de optische-zoomfunctie.
  • Wanneer de opnamefunctie is ingesteld op iets anders dan [Slim automatisch] of [Superieur automat.], wijst u de functie [Zoom] toe aan de besturingsring voordat u de besturingsring gebruikt.
  • Door [Vlug] te selecteren wordt de kans groter dat het zoomgeluid wordt opgenomen.