Gamma-weerg.hulp

Bewegende beelden met S-Log-gamma worden geacht te worden verwerkt na het opnemen om gebruik te maken van het brede dynamische bereik. Ze worden daarom tijdens het opnemen met een laag contrast weergegeven en zijn mogelijk slecht zichtbaar, echter met behulp van [Gamma-weerg.hulp] kan een contrast worden gereproduceerd dat gelijkwaardig is aan dat van het normale gamma. Bovendien kan tevens [Gamma-weerg.hulp] worden toegepast tijdens het weergeven van bewegende beelden op de monitor of in de zoeker van de camera.

  1. MENU (Instellingen) → [Gamma-weerg.hulp].
  2. Selecteer de gewenste instelling met de boven-/onderkant van het besturingswiel.

Menu-onderdelen

Uit:
Past [Gamma-weerg.hulp] niet toe.
Automatisch:
Geeft bewegende beelden weer met een [S-Log2→709(800%)]-effect wanneer in [Beeldprofiel] het gamma is ingesteld op [S-Log2], en met een [S-Log3→709(800%)]-effect wanneer het gamma is ingesteld op [S-Log3].
S-Log2→709(800%):
Geeft bewegende beelden weer met een S-Log2-gamma waardoor een contrast wordt gereproduceerd dat gelijkwaardig is aan ITU709 (800%).
S-Log3→709(800%):
Geeft bewegende beelden weer met een S-Log3-gamma waardoor een contrast wordt gereproduceerd dat gelijkwaardig is aan ITU709 (800%).

Opmerking

  • Als tijdens weergave [Gamma-weerg.hulp] is ingesteld op [Automatisch], wordt het beeld weergegeven op basis van de huidige gamma-instelling in [Beeldprofiel] in plaats van de gammawaarde van de bewegende beelden automatisch te detecteren.
  • [Gamma-weerg.hulp] wordt niet toegepast op bewegende beelden bij weergave op een televisie of monitor die is aangesloten op de camera.