Scènekeuze

Biedt u de mogelijkheid opnamen te maken met vooraf ingestelde instellingen die afhankelijk zijn van de scène.

  1. Zet de functiekeuzeknop in de stand SCN (Scènekeuze).
  2. Draai de besturingsknop om de gewenste instelling te selecteren.

Menu-onderdelen

Portret:
Neemt het onderwerp scherp op tegen een onscherpe achtergrond. Benadrukt de zachte huidtinten.

Sportactie:
Legt een bewegend onderwerp vast met een snelle sluitertijd zodat het lijkt of het onderwerp stilstaat. Het apparaat neemt continu beelden op zolang u de ontspanknop ingedrukt houdt.

Macro:
Neemt close-ups op van onderwerpen, zoals bloemen, insecten, voedsel of kleine voorwerpen.

Landschap:
Neemt het hele landschap scherp op met levendige kleuren.

Zonsondergang:
Maakt een prachtige opname van het rood van de zonsondergang.

Nachtscène:
Neemt nachtscènes op zonder dat de donkere sfeer verloren gaat.

Schemeropn. hand:
Neemt nachtscènes op met minder ruis en onscherpte zonder dat u een statief gebruikt. Een reeks opnamen wordt gemaakt en beeldbewerking wordt toegepast om de onderwerpbeweging, camerabeweging en ruis te verminderen.

Nachtportret:
Neemt nachtscèneportretten op met de flitser.
De flitser komt niet automatisch omhoog. Laat de flitser handmatig omhoog springen voordat u opneemt.

Antibewegingswaas:
Maakt het mogelijk om binnenshuis op te nemen zonder de flitser te gebruiken en vermindert onderwerpbeweging. Het apparaat neemt burst-beelden op en combineert deze om een beeld te creëren, waarbij de onderwerpbeweging en ruis worden verminderd.

Opmerking

  • In de volgende instellingen is de sluitertijd langer, waardoor het wordt aanbevolen om een statief te gebruiken om te voorkomen dat het beeld wazig wordt:
    • [Nachtscène]
    • [Nachtportret]
  • In de functie [Schemeropn. hand] of [Antibewegingswaas] klikt de sluiter 4 keer, waarna het beeld wordt opgeslagen.
  • Als u [Schemeropn. hand] of [Antibewegingswaas] selecteert met [RAW] of [RAW en JPEG], wordt de beeldkwaliteit tijdelijk ingesteld op [Fijn].
  • Het verminderen van wazige beelden is minder effectief, ook in de functies [Schemeropn. hand] of [Antibewegingswaas] , wanneer de volgende onderwerpen worden opgenomen:
    • Onderwerpen die onvoorspelbare bewegingen maken.
    • Onderwerpen die zich te dicht bij het apparaat bevinden.
    • Onderwerpen met ononderbroken soortgelijke patronen, zoals de lucht, het strand of een gazon.
    • Onderwerpen die constant veranderen, zoals de golven of een waterval.
  • In het geval van [Schemeropn. hand] of [Antibewegingswaas], kan zich blokvormige ruis voordoen wanneer u een lichtbron gebruikt die flikkert, zoals fluorescerende verlichting.
  • De minimale afstand waarop u een onderwerp kunt benaderen, verandert niet, ook niet als u [Macro] selecteert. Zie voor het minimale scherpstelbereik, de minimale afstand van de lens die op het apparaat is bevestigd.

Hint

  • Om de scène te veranderen, draait u de besturingsknop op het opnamescherm en selecteert u een nieuwe scène.