Lach-/Gezichtsherk.

Herkent de gezichten van uw onderwerpen en past de instellingen voor de scherpstelling, belichting en flitser aan, en voert automatisch beeldbewerking uit.

  1. MENU (Camera- instellingen1) → [Lach-/Gezichtsherk.] → gewenste instelling.

Menu-onderdelen

Uit:
Gebruikt de functie [Gezichtsherkenning] niet.
Aan (ger. gezicht.):
Herkent een geregistreerd gezicht met een hogere prioriteit met [Gezichtsregistratie].
Aan:
Herkent een gezicht zonder een hogere prioriteit te geven aan het geregistreerde gezicht.
Lach-sluiter:
Herkent een lach en neemt automatisch een beeld op.

Gezichtsherkenningskader

  • Wanneer het apparaat een gezicht herkent, wordt het grijze gezichtsherkenningskader afgebeeld. Wanneer het apparaat vaststelt dat automatische scherpstelling ingeschakeld is, wordt het gezichtsherkenningskader wit. Wanneer u de ontspanknop tot halverwege indrukt, wordt het kader groen.
  • In het geval u de volgorde van de prioriteit voor elk gezicht hebt geregistreerd met [Gezichtsregistratie], selecteert het apparaat automatisch het gezicht met de hoogste prioriteit en wordt het gezichtsherkenningskader rond dat gezicht wit. De gezichtsherkenningskaders van andere geregistreerde gezichten worden roodpaars.

Tips voor effectiever opnemen van lachende gezichten

  • Bedek de ogen niet met haar en houd de ogen een beetje dicht.
  • Verberg het gezicht niet met een hoed, masker, zonnebril, enz.
  • Probeer het gezicht te richten op het apparaat en houd het gezicht zo rechtop mogelijk.
  • Glimlach duidelijk met een open mond. De glimlach is gemakkelijker te detecteren wanneer de tanden zichtbaar zijn.
  • Als u op de ontspanknop drukt in de lach-sluiterfunctie, neemt het apparaat het beeld op. Na het opnemen keert het apparaat terug naar de lach-sluiterfunctie.

Hint

  • Als [Lach-/Gezichtsherk.] is ingesteld op [Lach-sluiter], kunt u de lach-herkenningsgevoeligheid selecteren uit [Aan: glimlach], [Aan: normale lach] en [Aan: schaterlach].

Opmerking

  • U kunt de gezichtsherkenningsfunctie niet gebruiken met de volgende functies:
    • Andere zoomfuncties dan de optische-zoomfunctie
    • [Panorama d. beweg.]
    • [Foto-effect] is ingesteld op [Posterisatie].
    • Bij gebruik van de functie [Scherpst. vergroten].
    • [Scènekeuze] is ingesteld op [Landschap], [Nachtscène], [Zonsondergang].
    • [Opname-instell.] is ingesteld op [120p]/[100p].
  • Maximaal 8 gezichten van uw onderwerpen kunnen worden herkend.
  • Het apparaat herkent mogelijk helemaal geen gezichten of kan per ongeluk andere voorwerpen herkennen als gezichten onder bepaalde omstandigheden.
  • Als het apparaat een gezicht niet herkent, stelt u de lach-herkenningsgevoeligheid in.
  • Als u een gezicht volgt met [AF-vergrendeling] terwijl de lach-sluiterfunctie wordt gebruikt, wordt de lach-herkenning alleen uitgevoerd voor dat gezicht.