Cont. AF-geb. weerg

U kunt instellen of het gebied dat is scherpgesteld moet worden afgebeeld of niet wanneer [Scherpstelgebied] is ingesteld op [Breed] of [Zone] in de functie [Continue AF].

  1. MENU (Camera- instellingen1) → [Cont. AF-geb. weerg] → gewenste instelling.

Menu-onderdelen

Aan:
Beeldt het scherpstelgebied dat is scherpgesteld af.
Uit:
Beeldt het scherpstelgebied dat is scherpgesteld niet af.

Opmerking

  • Wanneer [Scherpstelgebied] is ingesteld op een van de volgende instellingen, worden de scherpstelkaders in het gebied dat is scherpgesteld groen:
    • [Midden]
    • [Flexibel punt]
    • [Uitgebr. flexibel punt]
  • Wanneer een lens met een A-vatting en een vattingadapter (LA-EA1/LA-EA3) (los verkrijgbaar) zijn bevestigd op de camera, en [AF-systeem] is ingesteld op [Fasedetectie AF], is [Cont. AF-geb. weerg] altijd ingeschakeld ongeacht de instellingen van [Scherpstelgebied].