Het toetsenbord gebruiken

Wanneer het handmatig invoeren van tekens is vereist, wordt een toetsenbord afgebeeld op het scherm.

Verplaats de cursor naar de gewenste toets met behulp van het besturingswiel, en druk daarna op het midden om in te voeren.

  1. Invoervak
    De tekens die u invoert worden afgebeeld.
  2. Tekensoort wisselen
    Elke keer wanneer u op deze toets drukt, wisselt de tekensoort tussen alfabetische letters, cijfers en symbolen.
  3. Toetsenbord
    Elke keer wanneer u op deze toets drukt, worden de tekens die bij die toets horen één voor één afgebeeld.

    Bijvoorbeeld: Als u "abd" wilt invoeren

    Druk eenmaal op de toets voor "abc" zodat een "a" wordt afgebeeld → selecteer "" ((5) Cursor verplaatsen) en druk tweemaal op de toets voor "abc" zodat een "b" wordt afgebeeld → druk eenmaal op de toets voor "def" zodat "d" wordt afgebeeld.

  4. Vastleggen
    Legt de ingevoerde tekens vast.
  5. Cursor verplaatsen
    Verplaatst de cursor in het invoervak naar links of rechts.
  6. Wissen
    Wist het teken dat links van de cursor staat.

  7. Maakt van het volgende teken een hoofdletter of kleine letter.

  8. Voert een spatie in.
  • Om het invoeren te annuleren, selecteert u [Annuleren].