Verbinden met een gekoppeld BLUETOOTH-apparaat

  1. Schakel de headset in.

    Houd de -knop ongeveer 2 seconden ingedrukt.

    Controleer nadat u de knop loslaat of de indicator (blauw) knippert. U krijgt het gesproken bericht "Power on" (inschakelen) te horen.

    Als u de headset inschakelt en deze automatisch verbinding gemaakt heeft met het apparaat dat als laatste verbonden was, krijgt u het gesproken bericht "BLUETOOTH connected" (BLUETOOTH verbonden) te horen.

    Controleer de verbindingsstatus op het BLUETOOTH-apparaat. Ga naar stap 2 als er geen verbinding is.

  2. Maak vanaf het BLUETOOTH-apparaat verbinding via BLUETOOTH.

    Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van het BLUETOOTH-apparaat voor meer informatie.

    Wanneer de verbinding gemaakt is, krijgt u het gesproken bericht "BLUETOOTH connected" (BLUETOOTH verbonden) te horen.

Hint

  • De bovenstaande procedure is een voorbeeld. Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van het BLUETOOTH-apparaat voor meer informatie.
  • Als het BLUETOOTH-apparaat als laatste met de headset was verbonden, wordt een HFP/HSP-verbinding gemaakt wanneer u de headset inschakelt. Terwijl de headset ingeschakeld is, kunt u een A2DP-verbinding (afspelen van muziek) maken door op de -knop te drukken.

Opmerking

  • Als het laatst aangesloten BLUETOOTH-apparaat in de buurt van de headset wordt geplaatst, kan de headset automatisch verbinding maken met het apparaat door eenvoudig de headset in te schakelen. Deactiveer in dit geval de BLUETOOTH-functie op het BLUETOOTH-apparaat of schakel het apparaat uit.
  • Als u uw BLUETOOTH-apparaat niet op de headset kunt aansluiten, deactiveert u de koppeling op uw BLUETOOTH-apparaat en voert u de koppeling opnieuw uit. Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van het BLUETOOTH-apparaat voor meer informatie.