2. Voordat u Auto Calibration uitvoert

Voordat u Auto Calibration uitvoert, controleert u het volgende:

  • Stel de luidsprekers op en sluit ze aan.
  • Sluit geen andere microfoon dan de bijgeleverde kalibratiemicrofoon aan op de CALIBRATION MIC-aansluiting.
  • Als u een bi-versterkeraansluiting of B-voorluidsprekeraansluiting gebruikt, moet u de SPEAKERS SURROUND BACK/HEIGHT-aansluitingen correct toewijzen.
  • Stel de luidsprekeruitgang in op een andere instelling dan [SPK OFF].
  • Koppel de hoofdtelefoon los.
  • Verwijder alle obstakels tussen de kalibratiemicrofoon en de luidsprekers.
  • Voor een nauwkeurige meting moet u ervoor zorgen dat het in de omgeving rustig is en vrij van geluid.

Opmerking

  • Auto Calibration is niet beschikbaar als [Bluetooth Mode] is ingesteld op [Transmitter].
  • De luidsprekers brengen een zeer hard geluid voort tijdens de kalibratie en het volume kan niet worden ingesteld. Houd rekening met uw buren en eventueel aanwezige kinderen.
  • Als de geluidsonderbrekingsfunctie is ingeschakeld, voordat u Auto Calibration uitvoert, wordt de geluidsonderbrekingsfunctie automatisch uitgeschakeld.
  • Mogelijk kunnen de metingen niet correct worden uitgevoerd of kan Auto Calibration helemaal niet worden uitgevoerd als speciale luidsprekers zijn aangesloten, zoals dipoolluidsprekers.