De flitser configureren voor draadloze flitsfotografie
Deze flitser ondersteunt draadloze radiocommunicatie voor flitsfotografie. Configureer de flitser die u met de camera verbindt als de zendeenheid; en de flitser die draadloos af moet gaan als de ontvangsteenheid (los van de camera).
Hint
-
Om draadloos te kunnen flitsen met radiobesturing, moet u de zendeenheid en de ontvangsteenheid van tevoren met elkaar koppelen.
De flitser instellen als de zendeenheid
- Zet de Aan/uit-schakelaar op deze flitser op "ON".
- Werk met het menu van de camera waarmee deze flitser is verbonden om [Aan] in te stellen voor [Draadloos flitslicht].
De CMD-lamp op de flitser licht op.
De flitser instellen als ontvangsteenheid
Zet de Aan/uit-schakelaar op deze flitser op "A", "B", of "C".
Zie voor details over instellingen van de flitser en draadloze flitsfotografie "Draadloze flitsfotografie (via een ontvangsteenheid)".
Hint
-
Het afstandsbereik voor de draadloze radiocommunicatie tussen de zendeenheid en de ontvangsteenheid is ongeveer 35 m. (Gemeten onder onze eigen meetomstandigheden.)
-
Selecteer [Instelling. ext. flitser] - [Custominst. ext. flits.] - [Communic.kanaal] van het menu van de camera waarmee deze flitser is verbonden en stel dan het kanaal in dat u wilt gebruiken voor draadloze radiocommunicatie. Standaard is [Automatisch] ingesteld als communicatiekanaal en wordt er een kanaal gebruikt dat geschikt is voor de omstandigheden wat betreft de radiocommunicatie op het moment dat u deze flitser aan zet.
-
Wanneer deze flitser is ingesteld als de zendeenheid bij draadloze fotografie met radiobesturing, zal de TEST-knop oranje oplichten zodra alle flitsers, inclusief de ontvangsteenheden, klaar zijn om te flitsen.