Autom. progr.
Stelt u in staat op te nemen met automatisch ingestelde belichting (zowel de sluitertijd als de diafragmawaarde).
U kunt opnamefuncties instellen, zoals [ISO].-
Zet de functiekeuzeknop in de stand P (Autom. progr.).
-
U kunt de opnamefuncties instellen op de gewenste instellingen.
-
Stel scherp en fotografeer het onderwerp.
Programmaverschuiving
Wanneer u geen flitser gebruikt, kunt u de combinatie van de sluitertijd en de diafragmawaarde (het F-getal) veranderen zonder de juiste belichting te veranderen die door de camera is ingesteld.
Draai de voorste/achterste keuzeknop om de combinatie van diafragmawaarde en sluitertijd te selecteren.
- Wanneer u de voorste/achterste keuzeknop draait, verandert "" op het scherm in "".
- Om de programmaverschuiving te annuleren, stelt u de opnamefunctie in op een andere functie dan [Autom. progr.], of schakelt u de camera uit.
- Als [Aanraakpaneel-inst.] → [Opnamescherm] → [Voettekstpictogr. aanr.] is ingesteld op [Aan], kunt u ook programmaverschuiving uitvoeren door het weergavegebied van de sluitertijd en het diafragma aan onderkant van het scherm aan te raken.
Opmerking
- Afhankelijk van de helderheid van de omgeving, is het mogelijk dat de programmaverschuiving niet kan worden gebruikt.
- Stel de opnamefunctie in op een andere stand dan "P" of schakel het apparaat uit om de gemaakte instelling te annuleren.
- Wanneer de helderheid verandert, veranderen tevens de diafragmawaarde (het F-getal) en de sluitertijd terwijl de verschuivingswaarde hetzelfde blijft.
TP1001359229