De camera paren met een smartphone (Smartphoneverbind.)
U kunt de camera verbinden met uw smartphone (paren) om de smartphone-applicatie Creators’ App te gebruiken.
Als u de camera niet hebt gepaard met uw smartphone toen u de camera voor het eerst hebt ingeschakeld, voert u de volgende procedure uit.
Hieronder volgt de procedure voor het verbinden van de camera met uw smartphone wanneer u voor het eerst Creators’ App op uw smartphone installeert.
: Bedieningen uitgevoerd op de smartphone
: Bedieningen uitgevoerd op de camera
-
: Selecteer op de camera MENU → (Netwerk) → [Verb./opn. afst.] → [Smartphoneverbind.].
-
: Volg de instructies op het scherm en stel [Bluetooth-functie] in op [Aan].
Een scherm wordt afgebeeld om te wachten op verbinding met de app.
- Als [Bluetooth-functie] al is ingesteld op [Aan], wordt het scherm om te wachten op een verbinding met de app onmiddellijk afgebeeld.
-
: Open Creators’ App op uw smartphone.
-
: Volg de instructies op het scherm om de camera met uw smartphone te paren.
- Nadat het de verbinding tot stand is gebracht, wordt een menu voor het selecteren van een functie voor de camera afgebeeld op de smartphone.
-
: Selecteer de gewenste functie op het scherm van de smartphone.
Verbinding maken met een smartphone via een Wi-Fi-accesspoint
Na het paren in de stappen 1 tot en met 4, verbindt u de camera en smartphone met hetzelfde Wi-Fi-accesspoint door op de camera MENU → (Netwerk) → [Wi-Fi] → [Wi-Fi verbinden] → [Aan] te selecteren. Volg daarna de instructies op het scherm van de smartphone om de camera en de smartphone te verbinden.
Als u Creators’ App met andere camera's hebt gebruikt
Start Creators’ App na stap 2, open het scherm [Camera's], selecteer de knop (Camera toevoegen) en volg de instructies op het scherm om de bediening voort te zetten.
Over de pictogrammen wanneer u verbinding maakt met een smartphone
(Bluetooth-verbinding beschikbaar): Een Bluetooth-verbinding met de smartphone is tot stand gebracht.
(Bluetooth-verbinding niet beschikbaar): Een Bluetooth-verbinding met de smartphone is niet tot stand gebracht.
(Wi-Fi-verbinding beschikbaar): Wi-Fi-verbinding met de smartphone is tot stand gebracht.
(Wi-Fi-verbinding niet beschikbaar): Een Wi-Fi-verbinding met de smartphone is niet tot stand gebracht.
De camera en de smartphone verbinden zonder te paren
Als u verbinding wilt maken zonder te pare, moet u de bediening voor de Wi-Fi-verbinding elke keer opnieuw uitvoeren.
- Selecteer op de camera MENU → (Netwerk) → [Verb./opn. afst.] → [Smartphoneverbind.].
- Druk op de (wis-)knop op de camera om over te schakelen naar het scherm voor SSID en wachtwoord.
- Open het Wi-Fi-instelscherm op uw smartphone.
- Selecteer op het Wi-Fi-instelscherm op uw smartphone het SSID dat wordt afgebeeld op de camera en voer het wachtwoord in.
- Open Creators’ App op uw smartphone, open daarna het scherm [Camera's].
- Selecteer de knop (Setup) in de rechterbovenhoek van het scherm [Camera's] en selecteer daarna [Alleen verbinding maken via Wi-Fi].
- Op uw smartphone op het scherm Creators’ App, selecteer de apparaatnaam van de camera (ILCE-7SM3).
De smartphone wordt verbonden met de camera.
One-touch-verbinding met NFC
Ondanks dat deze camera is uitgerust met een NFC-functie, kunt u de camera niet verbinden met een smartphone met behulp van de NFC-functie als de systeemsoftware van de camera (firmware) versie 3.00 of hoger is.
Opmerking
- [Smartphoneverbind.] kan niet worden uitgevoerd wanneer [Vliegtuig-stand] is ingesteld op [Aan].
- Maximaal 2 apparaten kunnen tegelijkertijd via Bluetooth-communicatie met de camera zijn verbonden.
- Radiogolfinterferentie kan optreden aangezien Bluetooth-communicatie en Wi-Fi-communicatie (2,4 GHz) gebruik maken van dezelfde frequentieband. Als uw Wi-Fi-verbinding instabiel is, kunt u deze verbeteren door de Bluetooth-functie van de smartphone uit te schakelen.
- Het Bluetooth-pictogram wordt niet afgebeeld wanneer de pictogrammen van de aanraakfunctie worden afgebeeld in de bewegend-beeldopnamefunctie. Om het Bluetooth-pictogram af te beelden, veegt u de pictogrammen van de aanraakfunctie naar links of rechts om de pictogrammen van de aanraakfunctie te verbergen.