Slim automat.

De camera neemt op met automatische scèneherkenning.

  1. MODE (functie)-knop → [Slim automat.] → druk op het midden van het besturingswiel.

  2. Richt de camera op het onderwerp.
    Nadat de camera de scène heeft herkend, wordt het pictogram van de herkende scène afgebeeld op het scherm.

  3. Stel scherp en fotografeer het onderwerp.

Over scèneherkenning

Met de functie scèneherkenning kan de camera automatisch de opnameomstandigheden herkennen.
Wanneer de camera bepaalde scènes herkent, worden de volgende pictogrammen en gidsen afgebeeld bovenaan het scherm:

De scèneherkenningsmarkering voor het opnemen van stilstaande beelden: wordt afgebeeld wanneer bewegende beelden worden opgenomen met behulp van de REC (opname)-knop in de functie [Slim automat.] voor het opnemen van stilstaande beelden.

  • (Portretopname)
  • (Kind)
  • (Nachtportret)
  • (Nachtscène)
  • (Portret m. tegenlicht)
  • (Tegenlichtopname)
  • (Landschap)
  • (Macro)
  • (Spotlight)
  • (Weinig licht)
  • (Nachtscène met statief)
  • (Statief)*

* Alleen een pictogram wordt weergegeven.

Opmerking

  • Het apparaat zal de scène niet herkennen wanneer u beelden opneemt met een andere zoomfunctie dan de optische-zoomfunctie.
  • Het apparaat herkent de scène mogelijk niet goed onder bepaalde opnameomstandigheden.
  • In de standen [Slim automat.] worden de meeste functies automatisch ingesteld, en kunt u de instellingen niet zelf veranderen.