Bestandsinstell.

Configureer de instellingen voor de bestandsnamen van opgenomen bewegende beelden.

  1. MENU → (Opname) → [Bestand][Bestandsinstell.] → gewenst instelitem.

Menu-onderdelen

Bestandsnummer:
U kunt instellen hoe bestandsnummers worden toegewezen aan bewegende beelden.
[Serie]: De bestandsnummers beginnen niet opnieuw, zelfs niet nadat de geheugenkaart is verwisseld.
[Terugstellen]: Het bestandsnummer begint opnieuw nadat de geheugenkaart is verwisseld.
Reeksteller resetten:
De serieteller die wordt gebruikt begint opnieuw wanneer [Bestandsnummer] is ingesteld op [Serie].
Bestandsnaamform.:
U kunt het formaat van de bestandsnamen van bewegende beelden instellen. U kunt het begin van de bestandsnaam veranderen in uw gewenste tekenreeks of de bestandsnaam instellen op het [Cam ID + Reel#]-formaat.
[Standaard]: De bestandsnaam van de opgenomen bewegende beelden begint met "C". Bijvoorbeeld: C0001
[Cam ID + Reel#]*: De bestandsnaam van de opgenomen bewegende beelden wordt "Camera-ID+Rolnummer+Camerapositie+Bestandsnummer+Datum+Willekeurige reeks". Bijvoorbeeld: A001C001_230101AB
[Titel]: De bestandsnaam van de opgenomen film wordt "Titel+Bestandsnummer".
[Datum + Titel]: De bestandsnaam van de opgenomen bewegende beelden wordt "Datum+Titel+Bestandsnummer".
[Titel + Datum]: De bestandsnaam van de opgenomen bewegende beelden wordt "Titel+Datum+Bestandsnummer".
Cam ID + Reel#-instell.*:
Stelt de diverse onderdelen van de bestandsnaam in wanneer [Bestandsnaamform.] is ingesteld op [Cam ID + Reel#].
[Camera-ID]: De ID van de camera voor opnemen (A t/m Z)
[Rolnummer]: Het rolnummer van de bewegende beelden (001-999)
[Camerapositie]: De camerapositie tijdens het opnemen (C/L/R). Wanneer het bestandsnummer 999 bereikt, verandert de opgenomen camerapositie, maar de instelwaarde (C/L/R) verandert niet. Bijvoorbeeld: C999 → D001
Titelnaaminstelling.:
U kunt de titel instellen wanneer [Bestandsnaamform.] is ingesteld op [Titel], [Datum + Titel] of [Titel + Datum].

* Als de versie van de systeemsoftware (firmware) van de camera 2.00 of hoger is

Hint

  • De instellingen van [Bestandsnummer] en [Bestandsnaamform.] worden toegepast op zowel Gleuf 1 als Gleuf 2.
  • Wanneer [Bestandsnummer] is ingesteld op [Serie], worden de bestandsnummers op volgorde toegewezen aan beide geheugenkaarten in de gleuven, zelfs als u de instelling van [Opn.m.-instelling.][Opnamemedia] verandert van gleuf 1 naar gleuf 2 of vice versa.

Opmerking

  • Alleen alfanumerieke tekens en symbolen kunnen worden ingevoerd bij [Titelnaaminstelling.]. Maximaal 37 tekens kunnen worden ingevoerd.
  • Titels die zijn opgegeven met [Titelnaaminstelling.] of [Cam ID + Reel#-instell.] worden alleen toegepast op bewegende beelden die zijn opgenomen nadat de instelling is gemaakt.
  • [Rolnummer] wordt teruggesteld wanneer de instelling [Camera-ID] is veranderd. [Rolnummer] wordt niet teruggesteld, ook niet wanneer [Terugstellen] onder [Bestandsnummer] wordt uitgevoerd.
  • U kunt niet instellen hoe mapnamen worden toegewezen aan bewegende beelden.
  • Als u een SDHC-geheugenkaart gebruikt, ligt [Bestandsnaamform.] vast op [Standaard].
  • Als u een geheugenkaart, waarvoor [Bestandsnaamform.] is ingesteld op één van de volgende instellingen, in een ander apparaat plaatst, werkt de geheugenkaart mogelijk niet naar behoren.
    • [Cam ID + Reel#]
    • [Titel]
    • [Datum + Titel]
    • [Titel + Datum]
  • Als er ongebruikte nummers zijn als gevolg van het wissen van bestanden, enz., worden deze nummers opnieuw gebruikt nadat het bestandsnummer van de bewegende beelden "9999" heeft bereikt.
  • Wanneer u [Bestandsnaamform.] instelt op [Cam ID + Reel#], gebruikt u een CFexpress Type A-geheugenkaart of een SDXC-geheugenkaart.