Veelvuldig gebruikte functies toewijzen aan knoppen en keuzeknoppen (Eig. t.-/dr.kn.inst.)

stilstaand beeld, bewegende beelden, vertraagd/versneld

U kunt de customknopfunctie gebruiken om de functies die u het vaakst gebruikt toe te wijzen aan gemakkelijk te bedienen knoppen en keuzeknoppen. Hiermee kunt u de procedure voor het selecteren van onderdelen in MENU overslaan zodat u de functies sneller kunt oproepen.


U kunt functies afzonderlijk toewijzen aan customknoppen voor de stilstaand-beeldopnamefunctie, bewegend-beeldopnamefunctie en weergavefunctie.

  • De toewijsbare functies verschillen afhankelijk van de knoppen of keuzeknoppen.


U kunt functies toewijzen aan de volgende knoppen en keuzeknoppen.

Illustratie die de knoppen aangeeft waaraan u gewenste functies kunt toewijzen

  1. Gepersonalis.knop 2
  2. Gepersonalis.knop 3
  3. Gepersonalis.knop 1
  4. Draaikn. voor
  5. Gepersonalis.knop 6
  6. Knop MOVIE
  7. Centr.kn multisel.kn
  8. Dr.kn. achter
  9. Gepersonalis.knop 5
  10. Fn-knop
  11. Funct. centrale knop
  12. Bedieningswiel/Functie linkerknop/Functie rechterknop/Omlaag-knop
  13. Gepersonalis.knop 4



Hieronder volgt de procedure voor het toewijzen van de functie [AF op de ogen] aan knop 5 (customknop 5).

  1. MENU (Instellingen) → [Bedien. aanpass.][Eig. t.-/dr.kn.inst.].
    • Als u een functie wilt toewijzen die u wilt oproepen tijdens het opnemen van bewegende beelden, selecteert u [Eig. t.-/dr.kn.inst.]. Als u een functie wilt toewijzen die u wilt oproepen tijdens het weergeven van beelden, selecteert u [Eigen toets-instel.].
    • U kunt ook [Eig. t.-/dr.kn.inst.] en [Eig. t.-/dr.kn.inst.] selecteren op het MENU(Instellingen) → [Draaikn. aanpass.].
  2. Ga naar het scherm [Achter-] met de boven-/onderkant van het besturingswiel. Selecteer daarna [Gepersonalis.knop 5] en druk op het midden van het besturingswiel.
  3. Selecteer [AF op de ogen] met behulp van de boven-/onder-/linker-/rechterkant van het besturingswiel, en druk daarna op het midden.
    • Als u tijdens het opnemen op knop 5 (customknop 5) drukt en ogen worden herkend, wordt [AF op de ogen] ingeschakeld en zal de camera scherpstellen op de ogen. Neem beelden op terwijl u knop 5 (customknop 5) ingedrukt houdt.

Verschillende functies gebruiken voor de keuzeknoppen/het wiel, afhankelijk van de opnamefunctie

Als u een vinkje toevoegt aan [Scheid M-modus en overige modi.] voor het toewijzen van functies aan de keuzeknoppen/het wiel, kunt u verschillende functies toewijzen voor [Handm. belicht.] en de andere belichtingsfuncties ([Slim automat.]/[Autom. progr.]/[Diafragmavoork.]/[Sluitertijdvoork.]).
Als u een vinkje zet bij [Scheid Flex. Belicht.modus en Slim auto.] bij het toewijzen van functies met [Eig. t.-/dr.kn.inst.], kunt u verschillende functies toewijzen voor [Fl. Belichtingsm.] en [Slim automat.].

Hint

  • U kunt tevens opnamefuncties toewijzen aan de scherpstelling-vasthoudknop op de lens. Sommige lenzen hebben echter geen scherpstelling-vasthoudknop.