Besturingswiel

Op het menuscherm of op het scherm dat wordt afgebeeld door op de Fn-knop te drukken, kunt u het selectiekader verplaatsen door het besturingswiel te draaien of door op de boven-/onder-/linker-/rechterkant van het besturingswiel te drukken. Uw selectie wordt bevestigd wanneer u op het midden van het besturingswiel drukt.

Illustratie die de positie van het besturingswiel aangeeft

  • De functies DISP (Weergave-instelling), ( Belicht.comp.), / ( Zelfontspanner/Transportfunctie) en ISO ( ISO) zijn toegewezen aan de boven-/onder-/linker-/rechterkant van het besturingswiel. Daarnaast kunt u geselecteerde functies toewijzen aan de onder-/linker-/rechterkant en het midden van het besturingswiel en aan het draaien van het besturingswiel.
  • Tijdens weergave kunt u het volgende/vorige beeld weergeven door op de linker-/rechterkant van het besturingswiel te drukken.
  • Tijdens verticale weergave worden ook de bewegingsrichtingen van de boven-/onder-/linker-/rechterkant van het besturingswiel gedraaid, overeenkomstig de oriëntatie van de monitor, zodat intuïtieve bediening mogelijk is. (als de versie van de systeemsoftware (firmware) van de camera 2.00 of hoger is)
    De functies die zijn toegewezen aan de boven-/onder-/linker-/rechterkant van het besturingswiel met behulp van [Eig. t.-/dr.kn.inst.] of [Eig. t.-/dr.kn.inst.] draaien niet tijdens verticale weergave.
TP1001261220