Instell. stille funct. (stilstaand beeld/bewegende beelden)

stilstaand beeld, bewegende beelden, vertraagd/versneld

U kunt instellingen configureren met betrekking tot de stille modus, waarin u kunt opnemen zonder sluitergeluid of elektronische geluiden. U kunt ook instellen of de instellingen van andere functies die geluiden voortbrengen vanuit de camera, moeten worden veranderd of niet wanneer de camera is ingesteld op de stille modus.

  1. MENU (Opname) → [Sluiter/stil][Instell. stille funct.] → gewenste instelling.

Menu-onderdelen

Stille functie:
Stelt in of wordt opgenomen met of zonder sluitergeluid en elektronische geluiden. ([Aan]/[Uit])
Indien ingesteld op [Aan], wordt [Audiosignalen] vergrendeld op [Uit].
Instell. doelfunctie:
Stelt in of de instellingen voor andere functies die geluiden voortbrengen vanuit de camera, worden veranderd of niet wanneer de camera wordt ingesteld op de stille modus. ([Diafr.transport in AF])
Als u [Niet het doel] selecteert, blijven de instelwaarden van elke functie behouden, zelfs in de stille modus.

Opmerking

  • Gebruik de functie [Stille functie] onder uw eigen verantwoordelijkheid, waarbij u voldoende rekening houdt met de privacy en portretrechten van het onderwerp.
  • Zelfs als [Stille functie] is ingesteld op [Aan], zal het niet volledig geluidloos zijn.
  • Zelfs als [Stille functie] is ingesteld op [Aan], zal het bedieningsgeluid van het diafragma en de scherpstelling hoorbaar zijn.
  • Wanneer [Stille functie] is ingesteld op [Aan], zijn de volgende functies niet beschikbaar:
    • Flitsopnamen
TP1001260808