Scherpstellen met behulp van aanraakbedieningen (Aanr.scherpstell)
Met [Aanr.scherpstell] kunt u een positie opgeven waar u wilt scherpstellen met behulp van aanraakbedieningen.
Configureer van tevoren de instellingen als volgt via MENU → (Instellingen) → [Aanraakbedien.].
- [Aanraakfunctie]: [Aan]
- [Opnamescherm] → [Opnamescherm]: [Aan]
Deze functie is beschikbaar wanneer [Scherpstelgebied] is ingesteld op een van de volgende parameters. De functie is mogelijk niet beschikbaar afhankelijk van de instelling voor [Scherpst.geb.lim.].
- [Breed]
- [Zone]
- [Midden vast]
- [Volgen: Breed]
- [Volgen: Zone]
- [Volgen: Midden vast]
-
MENU → (Instellingen) → [Aanraakbedien.] → [Opnamescherm] → [Aanraakfnct in opn.] → [Aanr.scherpstell].
De positie aangeven waarop u wilt scherpstellen in de stilstaand-beeldopnamefunctie
Wanneer u de automatische scherpstelling gebruikt, kunt u een positie opgeven waarop u wilt scherpstellen met behulp van aanraakbedieningen. Nadat u de monitor hebt aangeraakt en een positie hebt gespecificeerd, drukt u de ontspanknop tot halverwege in om scherp te stellen.
- Raak de monitor aan.
- Raak het onderwerp aan waarop u wilt scherpstellen.
- Om scherpstellen met aanraakbedieningen te annuleren, raakt u het pictogram (aanraak-scherpstelling uitschakelen) aan of drukt u op het midden van het besturingswiel.
- Druk de ontspanknop tot halverwege in om scherp te stellen.
- Druk de ontspanknop helemaal in om beelden op te nemen.
De positie aangeven waarop u wilt scherpstellen in de bewegend-beeldopnamefunctie
De camera stelt scherp op het aangeraakte onderwerp.
- Raak het onderwerp aan waarop u wilt scherpstellen vóór of tijdens het opnemen.
- Wanneer [Scherpstelfunctie] is ingesteld op [Continue AF], schakelt de scherpstellingsfunctie tijdelijk om naar handmatige scherpstelling en kan de scherpstelling worden bijgesteld met behulp van de scherpstelring (spot-scherpstelling).
- Om spot-scherpstelling te annuleren, raakt u het pictogram (aanraak-scherpstelling uitschakelen) aan of drukt u op het midden van het besturingswiel.
- Wanneer [Scherpstelfunctie] is ingesteld op [H. scherpst.], schakelt de scherpstellingsfunctie tijdelijk over naar [Continue AF]. Wanneer het aangeraakte gebied scherpgesteld is, keert de scherpstellingsfunctie terug naar de handmatige scherpstelling.
Hint
- Als u [Aanraakfnct in opn.] instelt op [Aanr.sch.st.+AE], wordt de helderheid ingesteld overeenkomstig het onderwerp dat u aanraakte. Hierdoor kunt u ook de helderheid fijnregelen door de helderheidinstelbalk te verschuiven die na het aanraken wordt afgebeeld.
- Behalve de functie aanraakscherpstelling, zijn ook de volgende aanraakbedieningen beschikbaar.
- Het scherpstelkader voor [Punt] en [Uitgebreid punt] kan worden verplaatst door te slepen.
- Wanneer u stilstaande beelden opneemt in de handmatige-scherpstellingsfunctie, kunt u de scherpstelling vergroten door twee keer op de monitor te tikken.
Opmerking
- De functie aanraakscherpstelling is niet beschikbaar in de volgende situaties:
- Wanneer u stilstaande beelden opneemt in de handmatige-scherpstellingsfunctie
- Bij gebruik van de digitale zoom in de stilstaand-beeldopnamefunctie
- Bij gebruik van LA-EA4
TP1001260802