Een standaard witte kleur vastleggen om de witbalans in te stellen (eigen witbalans)

stilstaand beeld, bewegende beelden, vertraagd/versneld

In een scène waarin het omgevingslicht bestaat uit meerdere soorten lichtbronnen, adviseren wij u de eigen witbalans te gebruiken om de witte kleuren nauwkeurig te reproduceren. U kunt 3 instellingen registreren.

  1. MENU (Belichting/kleur) → [Witbalans][Witbalans] → Selecteer uit [Eigen 1] tot en met [Eigen 3], en druk daarna op de rechterkant van het besturingswiel.
  2. Selecteer (eigen witbalans instellen) en druk daarna op het midden van het besturingswiel.
  3. Houd het apparaat zo dat het witte gebied volledig het witbalans-vastlegkader bedekt, en druk vervolgens op het midden van het besturingswiel.
    Nadat het sluitergeluid is voortgebracht en de melding [Eigen WB-gegevens vastgelegd.] wordt weergegeven, worden de gekalibreerde waarden (kleurtemperatuur en kleurfilter) afgebeeld.
    • U kunt de positie van het witbalans-vastlegkader afstellen door op de boven-/onder-/linker-/rechterkant van het besturingswiel te drukken.
    • Nadat een standaard witte kleur is vastgelegd, kunt u het scherm voor nauwkeurig afstellen afbeelden door op de rechterkant van het besturingswiel te drukken. U kunt de kleurtinten naar wens nauwkeurig afstellen.
    • U kunt het witbalans-vastlegkader terug in het midden zetten door op de (wis-)knop te drukken.
    • In de volgende gevallen wordt geen sluitergeluid voortgebracht.
      • In de bewegend-beeldopnamefunctie
      • Als [Stille functie] is ingesteld op [Aan]
      • Als [Sluitertype] is ingesteld op [Elektron. sluiter]
  4. Druk op het midden van het besturingswiel.
    De gekalibreerde waarden worden geregistreerd. De monitor beeldt het MENU-scherm weer af en behoudt de opgeslagen instelling van de eigen witbalans.
    • De geregistreerde eigen witbalansinstelling blijft opgeslagen tot deze wordt overschreven door een nieuwe instelling.

Opmerking

  • De mededeling [Vastleggen van eigen WB mislukt.] geeft aan dat de waarde buiten het verwachte bereik ligt, bijvoorbeeld wanneer het onderwerp te levendig is. U kunt de instelling op dat moment registreren, maar wij adviseren u de witbalans opnieuw in te stellen. Wanneer een foutieve waarde wordt ingesteld, wordt de indicator (eigen witbalans) oranje op het opname-informatiescherm. De indicator wordt wit afgebeeld wanneer de ingestelde waarde binnen het verwachte bereik ligt.
  • Als u een flitser gebruikt bij het opnemen van de basiskleur wit, wordt de eigen witbalans geregistreerd met het licht van de flitser. Zorg ervoor dat u een flitser gebruikt wanneer u opneemt met opgeroepen instellingen die werden geregistreerd met gebruikmaking van de flitser.
TP1001409016