Instell. stille funct. (stilstaand beeld/bewegende beelden)

stilstaand beeld, bewegende beelden, vertraagd/versneld

U kunt instellingen configureren met betrekking tot de stille modus, waarin u kunt opnemen zonder sluitergeluid of elektronische geluiden. U kunt ook instellen of de instellingen van andere functies die geluiden voortbrengen vanuit de camera, moeten worden veranderd of niet wanneer de camera is ingesteld op de stille modus.

  1. MENU (Opname) → [Sluiter/stil][Instell. stille funct.] → gewenste instelling.

Menu-onderdelen

Stille functie:
Stelt in of wordt opgenomen met of zonder sluitergeluid en elektronische geluiden. ([Aan]/[Uit])
Indien ingesteld op [Aan], worden [Sluitertype] en [Sluitertype in interv.] vergrendeld op [Elektron. sluiter], en wordt [Audiosignaal (opn.)] vergrendeld op [Uit].
Instell. doelfunctie:
Stelt in of de instellingen voor andere functies die geluiden voortbrengen vanuit de camera, worden veranderd of niet wanneer de camera wordt ingesteld op de stille modus. ([Diafr.transport in AF]/[Sluiter bij strm UIT]/[Autom. pixeltoewijz.])
Als u [Niet het doel] selecteert, blijven de instelwaarden van elke functie behouden, zelfs in de stille modus.

Opmerking

  • Gebruik de functie [Stille functie] onder uw eigen verantwoordelijkheid, waarbij u voldoende rekening houdt met de privacy en portretrechten van het onderwerp.
  • Zelfs als [Stille functie] is ingesteld op [Aan], zal het niet volledig geluidloos zijn.
  • Zelfs als [Stille functie] is ingesteld op [Aan], zal het bedieningsgeluid van het diafragma en de scherpstelling hoorbaar zijn.
  • Als [Autom. pixeltoewijz.] is ingesteld op [Aan], kunnen sluitergeluiden soms hoorbaar zijn wanneer het apparaat wordt uitgeschakeld. Dit is geen storing.
  • Als [Sluiter bij strm UIT] onder [Antistoffunctie] is ingesteld op [Aan], is een sluitergeluid hoorbaar wanneer de camera wordt uitgeschakeld.
  • Beeldvervorming veroorzaakt door de beweging van het onderwerp of de camera, kan optreden.
  • Als u beelden opneemt onder flitsverlichting of flikkerende lampen, zoals het flitslicht van andere camera's of fluorescerende verlichting, kan op het beeld een streepeffect zichtbaar zijn.
  • Wanneer [Stille functie] is ingesteld op [Aan], zijn de volgende functies niet beschikbaar:
    • Flitsopnamen
    • NR lang-belicht
    • BULB-opname
    • Anti-flicker-opn.
    • [Sluiter bij strm UIT] onder [Antistoffunctie]
TP1001412329