Overzicht van de modus [Pro]

In de modus [Pro] kunt u stilstaande beelden opnemen door een opnamemodus te selecteren uit P (Automatisch), S (Prioriteit voor sluitersnelheid) en M (Handmatige belichting).

De interface schakelt automatisch om, zodat u de camera zowel verticaal als horizontaal kunt gebruiken.

Afbeelding die laat zien waar elke parameter zich bevindt in de modus [Pro] van de Camera-app. Bovenste gebied, 1 t/m 5. Rechterkant van het apparaat, 6 en 11. Onderste gebied, 7 t/m 10 en 12 t/m 16.

  1. Tik om de opnamemodus te veranderen.

    P (Automatisch) / S (Prioriteit voor sluitersnelheid) / M (Handmatige belichting)

    Voor meer informatie over elke opnamemodus tikt u op (knop Lees meer).

  2. Flitserstatus

    Tik om de flitserinstelling te wisselen tussen Uit en Aan (vulflitser) of Uit en AUTO (automatische flitser). De achtergrondkleur van het flitserpictogram wordt wit wanneer de flitser wordt ingeschakeld.

  3. Pictogram voor gegevensopslag/hoeveelheid vrije ruimte/beeldformaat/Bestandsindeling/status van geotags/HDR-status

    Als u een beeldverhouding wilt selecteren, tikt u op [MENU] > [Opname] > [Hoogte-breedteverh.] en selecteert u een optie. (4:3 (12MP) / 3:2 (10MP) / 16:9 (9MP) / 1:1 (9MP))

  4. Statuspictogrammen Verbinding met een Bluetooth-afstandsbediening maken/batterijstatus/ (pictogram waarschuwing warmte)

  5. Tik om meer gedetailleerde instellingen te wijzigen.

  6. Gebruik de volumeknop om in en uit te zoomen.

  7. Tik op een van de hoekknoppen om van kijkhoek te wisselen.

    Als u wilt in- of uitzoomen op het beeld, tikt u nogmaals op de hoekknop en schuift u deze naar links/rechts (in de staande stand) of omhoog/omlaag (in de liggende stand).

    U kunt ook in- of uitzoomen door op de zoeker uw vingers samen te knijpen of te spreiden, of door op de volumeknop te drukken.

  8. Sluitertijd/diafragmawaarde/belichtingscompensatie/ISO-gevoeligheid

    U kunt de waarde wijzigen door op de onderstreepte instelling te tikken.

  9. Keuzeknop

    U kunt de waarde veranderen door op de onderstreepte instelling te tikken die boven de keuzeknop (in de staande stand) of onderaan de zoeker (in de liggende stand) wordt weergegeven.

    • P: Pas de belichtingswaarde (EV) aan en selecteer de ISO-waarde.
    • S: Selecteer de sluitertijd en pas de belichtingswaarde (EV) aan.
    • M: Selecteer de sluitertijd en de ISO-waarde.
  10. Tik om het functiemenu te openen.

    U kunt veelgebruikte instellingen aanpassen.

    Als u de instelitems in het functiemenu opnieuw wilt toewijzen of opnieuw wilt rangschikken, tikt u op [MENU] > [Instellen] > [Aanpassing van functiemenu].

  11. Gebruik de sluiterknop om de Camera-app te starten of beelden op te nemen.

  12. Tik om informatie in de zoeker weer te geven of te verbergen.

    Het histogram geeft een grafische weergave van de luminantieverdeling.

    De horizontaalmeter helpt u de hoek van het apparaat te meten en het beeld horizontaal te houden. Wanneer u w apparaat vaststelt dat het horizontaal staat, wordt de horizontaalmeter groen. Als u de standaard voor het horizontale vlak wilt kalibreren om afwijkingen in de kantelrichting te corrigeren, tikt u op [MENU] > [Instellen] > [Waterpas ijken].

    Als u de items wilt aanpassen die worden weergegeven wanneer u op [DISP] tikt, tikt u op [MENU] > [Instellen] > [Aanpassing van DISP-knop].

  13. Selecteer een modus.

    Veeg naar links of rechts om de gewenste modus te zoeken.

  14. Tik op de miniatuur om stilstaande beelden en video's weer te geven in de app Google Foto's.

    Tik op (pictogram Delen) om een stilstaand beeld of een video te delen, of op (pictogram Bewerken) om deze te bewerken. Tik op het scherm om pictogrammen weer te geven of te verbergen.

    Ga naar voor meer informatie over de app Google Foto's naar support.google.com/photos.

    Tik op (knop Vorige) om terug te keren naar de Camera-app.

  15. Gebruik de sluiterknop om beelden op te nemen.

  16. Scherpstelindicator

    (pictogram Continue AF) geeft aan dat de scherpstelling wordt uitgevoerd wanneer [Continue AF] is geselecteerd.

    (pictogram Continue AF) geeft aan dat het onderwerp scherpgesteld is wanneer [Continue AF] is geselecteerd. De scherpstelling wordt continu aangepast aan de hand van de bewegingen van het onderwerp.

    (pictogram Automatische scherpstelling) geeft aan dat het onderwerp is scherpgesteld.

TP1000431834