Wi-Fi-instellingen: WPS-Push

Als uw accesspoint een Wi-Fi Protected Setup(WPS)-knop heeft, kunt u het accesspoint eenvoudig in dit apparaat registreren door op de Wi-Fi Protected Setup (WPS)-knop te drukken.

  1. MENU(Netwerk) → [Wi-Fi-instellingen][WPS-Push].
  2. Druk op de WPS-knop op het accesspoint dat u wilt registreren.

Opmerking

  • [WPS-Push] werkt alleen als de beveiligingsinstelling van uw accesspoint is ingesteld op WPA of WPA2, en uw accesspoint ondersteuning biedt voor de registratiemethode met de Wi-Fi Protected Setup (WPS)-knop. Als de beveiligingsinstelling is ingesteld op WEP of uw accesspoint geen ondersteuning biedt voor de registratiemethode met de Wi-Fi Protected Setup (WPS)-knop, voert u [Toegangspunt instel.] uit.
  • Voor informatie over de beschikbare functies en instellingen van uw accesspoint, raadpleegt u de gebruiksaanwijzing van het accesspoint, of neemt u contact op met de beheerder van het accesspoint.
  • Een verbinding is misschien niet mogelijk of de communicatieafstand kan korter zijn afhankelijk van de omgevingsomstandigheden, zoals het soort materiaal van de muur en de aanwezigheid van obstakels of radiogolven tussen het apparaat en het accesspoint. In dat geval verandert u de plaats van het apparaat of plaatst u het apparaat dichter bij het accesspoint.
  • Selecteer MENU(Netwerk) → [Bedien. via smartph.][Toegangspt (client)] om een accesspoint in te stellen voor meerdere verbindingen waarbij camera's worden bediend vanaf een smartphone.