H. scherpst.

Als het moeilijk is goed scherp te stellen in de automatische scherpstellingsfunctie, kunt u handmatig scherpstellen.

  1. MENU (Camera- instellingen1) → [Scherpstelfunctie][H. scherpst.].
  2. MENU (Camera- instellingen1) → [Stel scherpstelling in].

    Het scherm voor het handmatige scherpstelbedieningen wordt afgebeeld.

    • Wanneer [Scherpstelstandaard] is toegewezen aan de (invoer-)knop met behulp van [Eigen toets] of [Eigen toets], kan het scherm voor handmatig scherpstellen worden afgebeeld door op de (invoer-)knop te drukken
  3. Druk op de knoppen omhoog/omlaag/links/rechts om de scherpstelling in te stellen.

    De scherpstellingsafstand verspringt met een vast interval wanneer u op de knoppen omhoog/omlaag drukt in de volgorde "0,2 m ↔ 0,5 m ↔ 0,7 m ↔ 3 m ↔ ∞".
    Om kleine aanpassingen uit te voeren, drukt u op de knoppen links/rechts.

    • Om de scherpstelling onder diverse voorwaarden nauwkeurig te kunnen instellen, kan de scherpstellingsindicator worden verplaatst tot buiten oneindig. Wanneer u wilt scherpstellen op oneindig, mag u de indicator niet tot aan het einde van de balk verplaatsen. Stel in plaats daarvan de scherpstelling in terwijl u naar de monitor kijkt, enz., en gebruik de ∞-markering waar de scherpstellingsindicator stopt wanneer u op de knop omhoog drukt als richtlijn.
    • Om terug te keren naar het opnamescherm, drukt u op de (invoer-)knop.

Hint

  • Met behulp van [MF Assist] kunt u gemakkelijker handmatig scherpstellen omdat het beeld automatisch wordt vergroot tijdens het handmatig instellen van de scherpstelling.
  • Wanneer u [Reliëf-instelling] gebruikt, worden de contouren van scherpgestelde bereiken benadrukt met een specifieke kleur. Met behulp van deze functie kunt u de scherpstelling gemakkelijk controleren.

Opmerking

  • Handmatig ingestelde scherpstellingsafstanden worden geannuleerd wanneer de [Scherpstelfunctie] opnieuw wordt geselecteerd.