Scherpstelfunctie

Selecteert de methode die geschikt is voor uw doel (stilstaande of bewegende beelden).

  1. MENU (Camera- instellingen1) → [Scherpstelfunctie] → gewenste instelling.

Menu-onderdelen

(Enkelvoudige AF):
Druk de SHUTTER/MOVIE-knop tot halverwege in om automatisch scherp te stellen. Terwijl de SHUTTER/MOVIE-knop tot halverwege ingedrukt wordt gehouden, is de scherpstelling vergrendeld.
Voor bewegende beelden kunt u eerst scherpstellen voordat u opneemt en later de scherpstelling aanpassen tijdens het opnemen door de SHUTTER/MOVIE-knop tot halverwege in te drukken. (Stel van tevoren [AF-S tdns opn. films] in op [Aan].)
(Voorkeurscherpstell.):
De scherpstelling wordt vergrendeld zodat een bevredigende resolutie kan worden bereikt over een breed bereik van voor tot achter. U kunt bewegende beelden opnemen zonder extra scherpstelling uit te voeren. Wanneer de camera en het onderwerp dicht zijn, gebruikt u de functie NEAR. Deze scherpstellingsfunctie is alleen beschikbaar tijdens het opnemen van bewegende beelden.
(H. scherpst.):
Stelt handmatig scherp.

Voor meer informatie, raadpleegt u de volgende URL:

https://support.d-imaging.sony.co.jp/support/dsc/products/dscrx0m2/focus/l/index.php

Opmerking

  • Als het onderwerp te dichtbij is, kunnen stof of vingerafdrukken op de lens zichtbaar zijn op het beeld. Veeg de lens schoon met een zachte doek of iets dergelijks.
  • Tijdens het opnemen van stilstaande beelden, is [Voorkeurscherpstell.] niet beschikbaar.
  • Wanneer de functie NEAR van [Voorkeurscherpstell.] wordt gebruikt, is de kortste opnameafstand 50 cm. Als u wilt opnemen vanaf een brandpuntsafstand van 20 cm tot 50 cm, gebruikt u de functie [Enkelvoudige AF] of de functie [H. scherpst.].