Voorpaneel

Afbeelding die de locatie van elk onderdeel op het voorpaneel van het apparaat toont

  1. (aan/uit)

  2. Stroomindicatielampje

    • Groen: het apparaat is ingeschakeld.
    • Oranje: het apparaat wordt uitgeschakeld en u hebt een van de volgende instellingen gemaakt:
      • [Control for HDMI] of [Network/Bluetooth Standby] is ingesteld op [On].
      • [Signal Pass Through] is ingesteld op [On] of [Auto].
      • [Power] is ingesteld op [On] voor [Zone2] of [Zone3].
    • Het indicatielampje gaat uit: het apparaat wordt uitgeschakeld en u hebt alle volgende instellingen gemaakt:

      • [Control for HDMI] is ingesteld op [Off]
      • [Signal Pass Through] is ingesteld op [Off]
      • [Network/Bluetooth Standby] is ingesteld op [Off]
      • [Power] voor [Zone2] en [Zone3] is ingesteld op [Off]
  3. SPEAKERS

  4. BLUETOOTH

    Hiermee wordt het apparaat omgeschakeld naar de BLUETOOTH®-functie door op de toets te drukken wanneer [Bluetooth Mode] is ingesteld op [Receiver].

    Wanneer de toets langer dan 2 seconden ingedrukt wordt gehouden, wordt het apparaat in de koppelingsmodus gezet.

  5. DISPLAY MODE

    Wijzigt de informatie op het displaypaneel.

  6. HDMI OUT

  7. 2CH/MULTI, MOVIE, MUSIC

  8. Displaypaneel

  9. 360SSM

    Hiermee wordt de 360 Spatial Sound Mapping-functie in- of uitgeschakeld.

  10. ZONE SELECT, ZONE POWER

  11. DIMMER

    Stelt de helderheid van het displaypaneel in.

  12. Afstandsbedieningssensor

    Ontvangt signalen vanaf de afstandsbediening.

  13. PURE DIRECT

    Het lampje boven de knop licht op als de functie Pure Direct actief is.

  14. MASTER VOLUME

  15. INPUT SELECTOR

  16. (USB-)poort

    Sluit hier een USB-apparaat aan.

  17. CALIBRATION MIC-aansluiting

  18. PHONES-aansluiting

    Sluit hier de hoofdtelefoon aan.