Het geluid voortgebracht door de draadloze luidspreker (niet bijgeleverd) is instabiel.

  • Plaats geen metalen voorwerpen, afgezien van een televisie, in de buurt van het apparaat. Dit stoort de draadloze werking van de draadloze luidspreker (niet bijgeleverd) en het geluid wordt instabiel.
  • Plaats het apparaat niet in een metalen rek. Dit stoort de draadloze werking van de draadloze luidspreker (niet bijgeleverd) en het geluid wordt instabiel.
  • Als er een apparaat in de buurt staat dat elektromagnetische golven genereert, zoals een draadloos LAN of een magnetron die in gebruik is, plaatst u de draadloze luidspreker en het apparaat uit de buurt daarvan.
  • Als zich een obstakel tussen de draadloze luidspreker en het apparaat bevindt, verplaatst of verwijdert u dit.
  • Plaats de draadloze luidspreker en het apparaat zo dicht mogelijk bij elkaar.
  • Selecteer [Setup] - [Speaker Settings] - [Wireless Speaker Settings] in het startmenu en stel [RF Channel] in op [Off] en daarna weer op [On].
  • Schakel de netwerkverbinding van de televisie of de Blu-ray Disc-speler om van draadloos naar bekabeld.
  • Selecteer [Setup] - [Speaker Settings] - [Wireless Speaker Settings] in het startmenu en stel [Wireless Playback Quality] in op [Connection].
  • Plaats het luidsprekersysteem en de draadloze luidspreker op een afstand van minimaal 1,5 m van een draadloos-LAN-router enz.

    Dit kan worden verbeterd door de richting of de antennehoek van de draadloos-LAN-router te wijzigen.