Basispictogrammen die op de monitor worden weergegeven

Dit hoofdstuk beschrijft de weergave op het scherm wanneer de opnamefunctie (Autom. progr.) is.

  • Hieronder volgt een voorbeeld van het scherm wanneer [DISP (sch.w.g.)-inst.] is ingesteld op [Alle info weerg.] en de pictogrammen van de aanraakfunctie zijn verborgen.
  • De afgebeelde inhoud en de posities van deze inhoud slechts ter referentie en kunnen verschillen van de daadwerkelijke weergave. Mogelijk worden sommige pictogrammen niet afgebeeld, afhankelijk van de camera-instellingen.
  • Voor informatie over het weergeven/verbergen van de pictogrammen van de aanraakfunctie en voorbeelden van het afbeelden van de pictogrammen van de aanraakfunctie, raadpleegt u "Pictogrammen van de aanraakfunctie".

Tijdens het opnemen van stilstaande beelden

Illustratie van het scherm tijdens stilstaand-beeldopname

  1. Gleufnummer van de geheugenkaart waarop de beeldgegevens worden opgenomen en het aantal van stilstaande beelden dat kan worden opgenomen
  2. [JPEG/HEIFschak.] is ingesteld op [JPEG]. [JPEG-kwaliteit] is ingesteld op [Fijn].
  3. [JPEG-beeldform.] is ingesteld op [L: 24M].
  4. [SteadyShot] is ingesteld op [Aan].
  5. De scherpstellingsfunctie is ingesteld op [Enkelvoudige AF].
  6. Resterende acculading
  7. Sluitertijd
  8. Diafragmawaarde
  9. Belichtingscompensatie
  10. [ISO] is ingesteld op [ISO AUTO].
  11. De functiekeuzeknop staat in de stand (Autom. progr.).
  12. [Transportfunctie] is ingesteld op [Enkele opname].
  13. [Scherpstelgebied] is ingesteld op [Breed].
  14. [Dynamische-bereikopt.: auto] is geselecteerd.
  15. [Creat. uitstraling] is ingesteld op [ST].
  16. [Lichtmeetfunctie] is ingesteld op [Multi].
  17. Wordt afgebeeld wanneer [AF-hulplicht] is ingesteld op [Automatisch] en de camera vaststelt dat het AF-hulplicht vereist is.
  18. [Witbalans] is ingesteld op [Automatisch].
  19. [Ond.w.herk. in AF] is ingesteld op [Aan] en [Herkenningsdoel] is ingesteld op [Mens].
  20. [Anti-flicker-opn.] is ingesteld op [Uit].
  21. [Beeldprofiel] is ingesteld op [Uit].

Tijdens het opnemen van bewegende beelden

Illustratie van het scherm tijdens bewegend-beeldopname

  1. De functiekeuzeknop staat in de stand (Autom. progr.).
  2. Geluidsniveau
  3. De scherpstellingsfunctie is ingesteld op [Continue AF].
  4. Werkelijke opnameduur van de bewegende beelden
  5. De camera staat in de opnamestand-bystand.
  6. [Bestandsindeling] is ingesteld op [XAVC S HD] en [Opn.beeldsnelh.] is ingesteld op [60p].
  7. Gleufnummer van de geheugenkaart waarop de beeldgegevens worden opgenomen de opnamegegevens en de opnameduur van bewegende beelden
  8. Resterende acculading
TP1001476357