Markeringweerg. (stilstaand beeld)
Hiermee kunt u een markering van de opgegeven beeldverhouding afbeelden op het opnamescherm tijdens het opnemen van stilstaande beelden.
Als u van plan bent het beeld na het opnemen bij te snijden naar de opgegeven beeldverhouding, kunt u met behulp van de beeldverhouding-markering beelden opnemen en tegelijkertijd de kijkhoek na het bijsnijden controleren.
-
MENU → (Opname) → [Markeringweerg.] → Selecteer een menu-onderdeel en stel de gewenste parameter in.
Menu-onderdelen
- Verhoud.marker.:
- Stelt in of de beeldverhouding-markering moet worden afgebeeld of niet. ([Aan]/[Uit])
- Type verhoud.mark.:
- Stelt de beeldverhouding van de afgebeelde beeldverhouding-markering in. ([1:1]/[5:4]/[4:3]/[16:9]/[1.91:1]/[2.35:1])
- Verhoud.mark.niv.:
- Stelt de kleurdichtheid van de afgebeelde beeldverhouding-markering in. (0 tot 15)
Hint
- De beeldverhouding-markering kan tegelijkertijd met rasterlijnen worden afgebeeld. In dit geval worden de rasterlijnen afgebeeld overeenkomstig de kijkhoek van de beeldverhouding-markering.
- De beeldverhouding-markering die werd afgebeeld tijdens het opnemen, kan worden afgebeeld op het weergegeven beeld door [Weerg. verh.mark.] in te stellen op [Aan].
- Met [Bijsnijden] kunt u ook beelden bijsnijden volgens de beeldverhouding-markering die werd afgebeeld tijdens het opnemen.
- Als u de beeldverhouding-markering verticaal wilt afbeelden, houdt u de camera verticaal tijdens het opnemen.
Opmerking
- De beeldverhouding-markering kan worden afgebeeld tijdens het opnemen van stilstaande beelden met een beeldverhouding van [3:2].
- Wanneer de beeldverhouding voor [Verhoud.marker.] is ingesteld op [1:1]/[5:4]/[4:3], zal de positie van de beeldverhouding-markering anders zijn dan die van [Verhoud.marker.] voor het opnemen van bewegende beelden, zelfs als dezelfde beeldverhouding is geselecteerd.
- De beeldverhouding-markering wordt niet afgebeeld op apparaten die zijn aangesloten via HDMI.
TP1001286190