De headset opzetten

  1. Leg de headsetoorstukken op hun zijkant en verwijder ze uit de oplaadhoes.

    De headset schakelt automatisch in.

  2. Plaats de headsetoorstukken in uw oren.

    Draag het headsetoorstuk met de -markering (links) in uw linkeroor en het headsetoorstuk met de -markering (rechts) in uw rechteroor. Het linker headsetoorstuk heeft een voelstip.

    Als het moeilijk lukt om de oordoptopjes in uw oren te duwen, druk de oordoptopjes dan even zacht samen voor u de headset opzet.

    Illustratie met de locatie van de voelstip (A) op het linker headsetoorstuk

    A: voelstip


    Zorg ervoor dat u geen contact maakt met de aanraaksensor wanneer u de headsetoorstukken in uw oren plaatst.

    Illustratie met de locatie van de aanraaksensoren (B) op het linker en rechter headsetoorstuk

    B: aanraaksensoren (links, rechts)

  3. Zorg ervoor dat de headsetoorstukken comfortabel in uw oren geplaatst zijn.

    Houd het headsetoorstuk tussen uw duim, wijsvinger en middelvinger en draai ermee om de headset correct in te brengen in uw oor.

    Nadat u het headsetoorstuk in uw oor ingebracht hebt, houdt u de zijkant van het headsetoorstuk vast met uw vingers en drukt u het oordoptopje traag in uw gehoorgang.

    Opmerking

    • Als u de aanraaksensor aanraakt, is het mogelijk dat de headset bediend wordt.

    Controleer of er een opening is tussen het oordoptopje en uw gehoorgang, want het oordoptopje is mogelijk niet volledig in uw gehoorgang ingebracht of heeft niet het goede formaat.

  4. Gebruik de videofunctie van uw smartphone om te controleren hoe de headsetoorstukken in uw oren passen.

    Afhankelijk van hoe de headsetoorstukken gedragen worden, is het mogelijk dat het geluidsonderdrukkingseffect niet merkbaar is.

    Als u de videofunctie van uw smartphone of een ander apparaat gebruikt om een opname te maken om te controleren hoe de headsetoorstukken in uw oren passen, kunt u nagaan hoe de headset aanvoelt wanneer deze correct gedragen wordt en kunt u gemakkelijker vaststellen wat de juiste manier is om de headset te dragen.

  5. Wacht ongeveer 10 seconden tot de vorm van het oordoptopje stabiel is.

    Als uw oren niet goed afgedicht zijn, werkt de geluidsonderdrukkingsfunctie niet voldoende of zijn lage frequenties niet goed hoorbaar. Gebruik in dat geval grotere oordoptopjes.

    Als de headsetoorstukken loskomen terwijl u ze draagt, probeer dan een kleiner formaat oordoptopjes.

Zorgen voor een optimale geluidskwaliteit, geluidsonderdrukking en oproepkwaliteit

Als de oordoptopjes niet goed in uw gehoorgangen passen of als u de headset niet goed in uw oren draagt, werkt de tikbediening of de spraakdetectie van Speak-to-Chat mogelijk niet goed of is de kwaliteit van het geluid, de geluidsonderdrukking of de oproep mogelijk niet goed.

Probeer het volgende als dit het geval is.

  • Gebruik oordoptopjes die beter in uw oren passen. Probeer bij het veranderen van de oordoptopjes altijd eerste de grootste oordoptopjes en pas daarna de kleinere formaten. Het is mogelijk dat u links en rechts een ander formaat oordoptopjes nodig hebt.
  • Gebruik de app "Sony | Headphones Connect" om te bepalen welke oordoptopjes voor u het best zijn om het meest optimale geluidsonderdrukkingseffect, de beste geluidskwaliteit enz. te bereiken.
    Voer [Determines Optimal Earbud Tips] uit en controleer of [Earbud tips are air-tight.] wordt weergegeven.
    Als er iets anders dan het bovenstaande wordt weergegeven, drukt u het oordoptopje traag in uw gehoorgang of vervangt u het door een ander oordoptopje en voert u de meting opnieuw uit.
  • Zie stap 3 en controleer of u de headset goed in uw oren hebt aangebracht. Draag de headset zodat het oordoptopje op een comfortabele manier zo diep mogelijk in uw gehoorgang geplaatst is.

Hint

  • De functie die voor u de optimale oordoptopjes bepaalt, meet de luchtdichtheid van de oordoptopjes en bepaalt of u de headsetoorstukken al dan niet correct in uw oren draagt. Selecteer een formaat dat comfortabel in uw oren past.

Wanneer u de headset aanbrengt en verwijdert

Bij de standaardinstellingen detecteren de ingebouwde IR-sensoren wanneer de headset in uw oren geplaatst wordt of eruit verwijderd wordt om het afspelen van muziek te onderbreken of hervatten en de aanraaksensoren en spraakbegeleiding te kunnen bedienen.


Wanneer de headset wordt gedragen

  • U kunt de aanraaksensoren gebruiken om muziek af te spelen, iemand te bellen, oproepen te ontvangen enz.
  • U krijgt overeenkomstig de bediening en status een melding of gesproken bericht te horen.

Wanneer de headset wordt verwijderd

  • Wanneer beide headsetoorstukken in uw oren geplaatst zijn om muziek te beluisteren, zal de headset de muziek pauzeren als u een of beide headsetoorstukken uitneemt. Wanneer u de headset terug opzet, hervat deze het afspelen van de muziek.
  • Wanneer de headsetoorstukken gedurende ongeveer 15 minuten niet worden gedragen nadat deze werden verwijderd uit de oplaadhoes, schakelt de headset automatisch uit om de batterij te sparen. Schakel de headset in door op de aanraaksensor te tikken of door de headsetoorstukken in uw oren te plaatsen.
  • Om te voorkomen dat de headset foutief reageert, is het niet mogelijk om muziek af te spelen, telefoongesprekken te voeren of andere handelingen uit te voeren door op de aanraaksensoren van de headsetoorstukken te tikken wanneer u deze niet in uw oren draagt.

Hint

  • U kunt ook muziek afspelen, telefoongesprekken voeren enz. wanneer u slechts een van de headsetoorstukken draagt.
  • U kunt de app "Sony | Headphones Connect" gebruiken om de instellingen voor het automatisch onderbreken en hervatten van het afspelen van muziek of voor het automatisch uitschakelen van de headset te wijzigen.